Column: Phytophthora bestrijden met biotech
Pas geleden hield Wageningen UR een open avond onder het motto: "Aardappel te kijk", met advertenties in de Veluwepost en de Gelderlander om de lokale bevolking uit te nodigen. En wel om naar veldproeven met genetisch gemodificeerde aardappelen te kijken in het kader van het www.durph.nl project. Bezoekers werden ook genodigd te kijken naar uitgangsmateriaal voor de biologische veredeling in het kader van het project www.bioimpuls.nl.
Beide onderzoeklijnen beogen de aardappelziekte veroorzaakt door Phytophtora infestans eronder te krijgen. In DuRPh doen we dit door resistentiegenen uit wilde Mexicaanse aardappelsoorten te isoleren, te kloneren en over te brengen naar bestaande rassen als Désirée. Het zijn dus aardappeleigen genen uit soorten gehaald waar we ook mee hadden kunnen kruisen. Voordelen zijn dat je snel een paar genen kunt stapelen en zo een duurzamere resistentie krijgt die wellicht tientallen jaren stand houdt. Nadeel is dat de regelgeving tot nu toe deze cisgene aardappel hetzelfde behandelt als transgene producten waarvan de toelatingsprocedures zo duur is dat alleen hele grote bedrijven het kunnen bekostigen. In het BioImpuls project maken ze wel kruisingen met wilde soorten. Dat heeft als voordeel dat de regelgeving rond GMO's niet van toepassing is en dat de consument ook keuzevrijheid houdt. Maar het inkruisen van een setje resistentiegenen kan vele tientallen jaren in beslag nemen en dan is het nog de vraag of je een kwalitatief betere aardappel vindt dan een resistent gemaakt Bintje. Veel voer voor veredelaars en voor consumenten die beide strategieën die avond wel wisten te waarderen.
Anton Haverkort is professor aan de Universiteit van Pretoria Zuid Afrika en onderzoeker bij PRI-Agro Wageningen Universiteit.
Tekst: Anton Haverkort