Column: Poters die er in het voorjaar zin in hebben
Vroeger werd het pootgoed, meestal van het ras Bintje, bij ons thuis al voor december gesorteerd, met kwik ontsmet en vervolgens op de luchtkoeling bewaard. Niet op 2 graden maar gemiddeld op .... wat de winter ons bracht. Het resultaat was fysiologisch iets oudere knollen die er in het voorjaar weer zin in hadden. Een gedeelte, de hoge klasse, werd voorgekiemd en de rest ging in het wittepuntjesstadium de grond in. Na een vlotte beginontwikkeling stond het gewas er mooi op. Een hele mooie stand. De achterblijvers werden er uitgeselecteerd alvorens er met de echte virusselectie werd begonnen. Rond half juli, afhankelijk van de rooidata en natuurlijk de maatsortering werd het gewas doodgespoten. Half augustus stond de rooier weer schoon in de schuur. De oogst was binnen. En de cirkel was rond.
Fysiologisch gezien hebben of krijgen we nu ook een mooi product in de schuur. In de herfst sorteren is heel gangbaar, want de handelshuizen willen graag weten wat ze kunnen verkopen. Het eigen pootgoed kan op deze wijze ook al vroeg worden gereserveerd. De vertegenwoordigers van de handelshuizen kunnen de balans opmaken en alles verloopt zeer efficiënt. Dus zoveel hoeft er niet fout te gaan.
Maar de mechanische koeling kan, als deze te laag wordt gezet, de partij te jong houden. Nu hebben we tegenwoordig veel meer rassen dan vroeger, maar bijna alle rassen geven de voorkeur aan een bewaartemperatuur warmer dan 2 graden Celsius. Bij een constante, iets warmere bewaartemperatuur blijven de meeste rassen praktisch kiemvrij, worden fysiologisch iets ouder en hebben er in het voorjaar weer zin in om gepoot te worden.
Jacob Eising, handelshuis Den Hartigh
Tekst: Jacob Eising