Uitdagingen rond bemesting, bewerking en irrigatie
Meer biodiversiteit en lagere ziektedruk op bedrijf met strokenteelt
Vertrekpunt bij het beginnen met strokenteelt is altijd op welke breedte je wilt telen. Maria van Boxtel, projectleider bij adviesbureau Land & Co, adviseert telers om daarbij te rekenen met het meest renderende gewas op het bedrijf. „Wat zijn belangrijke machines hierin en kies die werkbreedte als breedte voor de stroken.” Het handigste is om drie meter of een veelvoud daarvan aan te houden. „De meeste machines zijn daarop ingesteld”, aldus Van Boxtel.
Ook het doel waarvoor je met strokenteelt aan de slag wilt is bepalend. In zijn algemeenheid geldt: hoe smaller de strook, hoe meer biodiversiteit er ontstaat. „Maar ga je voor meer akkervogels in je land dan kun je met stroken van 27 meter breed ook heel goede resultaten halen. Voor een toename van het aantal loopkevers kun je beter koersen op drie of zes meter.”
Indeling perceel
Dan is er nog de praktische kant: hoe deel je het perceel in. Veel oogstmachines lossen naar de zijkant. In dat geval is het belangrijk dat er een strook naast ligt waar de trekker met kipper overheen kan rijden. „Kijk bij de planning dus ook naar de oogstperiodes van de verschillende gewassen of vul een strook in waar je overheen kunt rijden. Dat kan een gewas zijn, maar ook een vast rijpad.” En, ook niet onbelangrijk, gebruik bij voorkeur grote en redelijk rechte percelen.
Het meeste werk van strokenteelt zit dus met name in een goede voorbereiding. Liggen de stroken er eenmaal, dan brengt de bewerking niet meer werk met zich mee dan in de reguliere teelt, geeft Van Boxtel aan. „Dat blijkt ook uit de praktijkpercelen bij telers.”
Lagere ziektedruk
Een belangrijk pluspunt van strokenteelt is een lagere ziektedruk in het gewas en daarmee een afname van het volume van benodigde gewasbeschermingsmiddelen. „Phytophthora kan in een volveldse teelt vanuit een haard alle kanten op gaan. In strokenteelt kan de schimmel vooral de lengte in van die ene strook.” Ook dat beeld komt naar voren bij de akkerbouwers die met strokenteelt werken.
Dat is goed nieuws voor gangbare én biologische boeren. „Afhankelijk van de aantasting hoeven telers dan minder te branden, bijvoorbeeld maar één strook en niet een heel perceel. Daardoor kunnen ze meer aardappelen langer laten doorgroeien en dus in principe een hogere opbrengst realiseren.”
De tekst gaat verder onder de foto
Hogere opbrengst
Drie jaar onderzoek bij ERF bv in Zeewolde (FL) laat zien dat met smallere stroken hogere opbrengsten mogelijk zijn: 13 procent meer opbrengst in de stroken van 6 meter breed ten opzichte van de blokken van 48 meter breed die als referentie in het perceel van 62 hectare liggen. Wat de oorzaak hiervan is, vraagt volgens Van Boxtel meer onderzoek. „Het hele systeem is robuuster, er is meer ruimte voor natuurlijke vijanden.”
Strokenteelt is niet voor iedereen weggelegd. Het vraagt een andere aanpak: het is niet een kant en klaar recept dat je uitvouwt over je bedrijf.
Bij ERF gaven aardappelen, veldbonen, knolselderij en pastinaak in de drie onderzochte jaren een hogere opbrengst. Daarentegen vielen de opbrengsten in de uien en haver lager uit in de smallere stroken van 6 meter breed.
Strokenteelt is niet voor iedereen weggelegd, is de ervaring van Van Boxtel. „Het vraagt een andere aanpak: het is niet een kant en klaar recept dat je uitvouwt over je bedrijf.” Bij wie past dit systeem? „Ondernemers die een uitdaging zien in het verhogen van de biodiversiteit op hun bedrijf. Je kunt het zelfde gewasmanagement aanhouden, en krijgt toch punten in de ecoregeling van het GLB en daarmee een hogere vergoeding.”
Uitdagingen
De uitdagingen bij strokenteelt liggen met name in de bemesting, bewerking en beregenen. Voor alle drie zijn volgens Van Boxtel nog geen pasklare oplossingen beschikbaar.
Bij strokenteelt is het wenselijk dat er het hele jaar door een strook met een gewas daarop aanwezig is. Deze strook biedt natuurlijke vijanden een plek om te overleven. Dat maakt echter de volvelds bemesting van een perceel lastiger.
De tekst gaat verder na de foto
Precisiebemester
Optie is om te investeren in een precisiebemester, maar daar hangt een aardig prijskaartje aan. „De akkerbouw gaat al meer en meer richting precisielandbouw, daar past deze investering wel in. Flappen op de mestwagen werken ook.”
Bij de bewerking geldt: hoe smaller de stroken, hoe anders er geïnvesteerd moet worden. „Ga je bijvoorbeeld voor stroken van 27 meter dan kun je wellicht je veldspuit aanhouden. Ga je met smallere stroken werken, dan zul je daar op moeten investeren.”
Ook de watervoorziening vraagt in strokenteelt om een andere strategie. Met een haspel volvelds beregenen is wel een optie, maar je beregent dan soms ook gewassen die dat eigenlijk niet nodig hebben. Er wordt geëxperimenteerd met lineaire pivots en dripirrigatie in de stroken.
Het is een zoektocht, weet Van Boxtel. „Meer diversiteit op een perceel is altijd goed. Je spreidt de risico’s en krijgt er als akkerbouwer een weerbaarder bedrijf door.”
Land & Co
Adviesbureau Land & Co is één van de partners in Topgewas. Het bureau werkt aan verduurzaming van de gangbare en biologische landbouw en professionele ontwikkeling van ondernemers. De adviseurs van Land & Co geven - samen met praktijkbedrijven en onderzoekers van WUR - trainingen over gewasdiversiteit, het maken van een vruchtwisselingsplan voor strokenteelt en hoe dit toe te passen op jouw bedrijf.
Tekst: Fenneke Wiepkema
Journalist, opgegroeid op een akkerbouwbedrijf. Schreef al voor verschillende landbouwuitgevers over het vakgebied akkerbouw en doet dit sinds 2012 als chef-redacteur akkerbouw bij Agrio. Schrijft en coördineert voor Akkerwijzer.nl, het vakblad Akkerwijzer en de regionale titels van Agrio.
Beeld: Dirk van Apeldoorn, Dick Boschloo