PA past verordening meeldauw aan

De bestaande verplichting voor valse meeldauw is van toepassing op hopen met uien waarop groene delen aanwezig zijn. Onafgedekte afvalhopen met uien kunnen mogelijk een infectiebron zijn voor koprot.

Risico’s

De aanpassing is van kracht met ingang van het teeltseizoen 2014. Het risico op verspreiding van zowel valse meeldauw als van koprot wordt zo verkleind. Ook niet-uitgeplante uien zoals plantmateriaal en uienvoorraden voor een vergistingsinstallatie dienen afgedekt te worden of op een plaats bewaard te worden waar verspreiding van de schimmelziekten niet mogelijk is.

Vrijverklaring

Ook zijn er een aantal wijzigingen in de verordening doorgevoerd, die betrekking hebben op aanvulling en verduidelijking van definities en de werkingssfeer van de vrijverklaring. Zo moet ook de ondernemer die tweedejaars plantsjalotten telen een meeldauwvrijverklaring hebben die aantoont dat het uitgangsmateriaal vrij is van valse meeldauw.

Vroeg aanpakken

Op de meeldauwvrijverklaring is het afgelopen teeltseizoen extra gecontroleerd. Tijdens de handhavingsperiode van 15 april tot 31 augustus bleek het nog moeilijk te zijn om die verklaring ‘boven water’ te krijgen. Productschap Akkerbouw vindt het van groot belang om valse meeldauw en koprot in een vroeg stadium aan te pakken. ‘Voorkomen is beter dan genezen. Volgens die gedachte is het ook van belang dat plantmateriaal schoon moet zijn’, aldus PA.

Alert blijven

De meeldauwvrijverklaring helpt om dat te controleren en voor het eigen bedrijf en de omgeving de ziektedruk zo lang mogelijk laag te houden, schrijft het productschap. ‘In jaren zoals 2013, waarin de weersomstandigheden zodanig waren dat er geen sprake was van een echt ‘valse meeldauw jaar’, kan de aandacht misschien wat verslappen. Toch blijft alertheid geboden, want het volgende seizoen kan weer heel anders verlopen’, luidt de waarschuwing.