‘Vatbare bio-ui niet naast resistente ui'

De werkgroep constateert dat het regelmatig voorkomt dat resistente en vatbare uienrassen naast elkaar worden geteeld op biologische bedrijven. Hierdoor is de kans niet ondenkbaar dat vanuit een haard in het vatbare ras sporen worden geselecteerd door het resistente ras, waardoor de resistentie kan worden doorbroken.
Vooral in de biologische teelt van uien wordt veel gebruik gemaakt van resistente rassen: zo’n 70 procent van het areaal van de biologisch geteelde uien bestaat uit een resistent ras. Het gevaar schuilt er in dat die resistentie wordt doorbroken, vreest de werkgroep.
Valse meeldauw vrijverklaring
De werkgroep benadrukt opnieuw dat plantuitjes een valse meeldauw vrijverklaring moeten hebben. Een teler die plantuitjes op Nederlands grondgebeid plant, moet in het bezit zijn van zo’n verklaring. Dat geldt voor plantmateriaal wat in het buitenland wordt gekweekt, maar ook voor eigen geproduceerd plantmateriaal, het zogenaamde “farm saved seed”. Afgelopen jaar is een enkele teler daarmee in gebreke gebleven en heeft als gevolg daarvan een rode kaart ontvangen van de controlerende instantie.
Een valse meeldauw vrijverklaring is een indicatie dat de kans heel erg klein is dat er een besmetting voortkomt uit het plantmateriaal. De afgelopen jaren waren volgens de werkgroep geen “echte” valse meeldauw – jaren. Afgelopen jaar met een koud voorjaar en warme zomer gaf weinig kans aan de valse meeldauw. ‘Maar de ervaring leert dat elk jaar anders is en dat kan dus zomaar veranderen. Het is dan prettig te weten dat de kans klein is dat er een haard ontstaat vanuit de plantuien. Zo’n haard veroorzaakt behoorlijk wat extra ziektedruk voor het eigen perceel, maar ook last voor uientelers in de omgeving’, aldus de werkgroep.