Belgische Boerenbond luidt noodklok
‘Vele regen vraagt om flexibiliteit van overheid en afnemers’
De vele regen heeft grote impact op de Belgische boeren, ook vanwege de strikte termijnen voor het registreren van de gewassen via de jaarlijkse verzamelaanvraag, in uitvoering van het GLB, stelt de bond. De uiterlijke datum voor het indienen van de verzamelaanvraag is eind mei, maar heel veel gewassen zijn nog niet ingezaaid kunnen worden. Boerenbond vraagt daarom naar flexibiliteit van de toepassing van de vastgelegde data.
Mestregelgeving
Boerenbond vraagt ook een pragmatische toepassing van de mestregelgeving aangezien het uitrijden van mest niet mogelijk is op de natte percelen. „Elk jaar worden we geconfronteerd met nieuwe uitdagingen op het land”, zegt voorzitter Lode Ceyssens van de Boerenbond. „De nieuwe klimatologische realiteit maakt dat het nog moeilijker is geworden om de zaaikalender vast te pinnen op data. We moeten dus afstappen van kalenderlandbouw en de landbouwer de vrijheid geven om met (grillen van) de natuur aan de slag te gaan. Daarenboven vergt de registratie heel veel tijd van de boer voor de administratieve verwerking. Tijd die men niet op het land of in de stal kan doorbrengen.”
Voor boeren lopen de verliezen op. Zij kunnen deze niet verrekenen met de winsten van vorige jaren. Boerenbond vraagt dat het fiscale carry back/forward-systeem ook in Vlaanderen, net zoals in Wallonië, in de praktijk mogelijk wordt gemaakt.
De waterloopbeheerders moeten volgens de landbouworganisatie structureel aandacht hebben voor het onderhoud van de waterlopen. „Een peilbeheer om water in droge periodes op te houden kan veel efficiënter en vooral flexibeler worden geregeld met alternatieve systemen zoals stuwen”, zegt Ceyssens.
Verwerkende industrie
Ook de verwerkende industrie moet de nodige flexibiliteit aan de dag leggen, zo vindt de Boerenbond. „De contractueel voorziene oogstperioden zullen niet altijd gerespecteerd kunnen worden. Het is nu al belangrijk om tijdig de planning aan te passen en verschillende scenario’s voor te bereiden, zodat alle producten die oogstrijp zijn ook in de beste kwaliteit kunnen worden geoogst en verwerkt en de boeren correct vergoed worden voor hun producten.”
De arbeidspiek wordt groter op een kortere tijdsspanne, en daar moet de hele keten zich beter op gaan organiseren. „Zodat het risico niet allemaal bij de individuele boer komt te liggen, maar wordt gedragen doorheen de gehele keten.”
Ingezaaid
Op basis van een rondvraag door Boerenbond blijkt dat 10 procent van de bieten nog steeds niet is gezaaid, 55 procent van de aardappelen nog niet is geplant en 70 procent van de maïs nog niet is gezaaid. Er zijn zoals in alle teelten zeer grote regionale verschillen, 25 procent van de boeren heeft nog niet de kans gehad om maïs te zaaien, 25 procent heeft ongeveer de helft al kunnen zaaien en slechts enkele procenten hebben alles kunnen zaaien.
„Aardappeltelers hebben daar bovenop een zeer grote uitdaging door de beperkte beschikbaarheid van kwalitatief pootgoed dat soms zelfs gesneden wordt geleverd”, zegt Ceyssens. „Uien hebben veel groeidagen nodig waardoor het onhaalbaar is om nog alle uien te zaaien die waren voorzien in het bouwplan.”
Spruitkool en bloemkool is slechts sporadisch geplant en op veel percelen kunnen telers nog steeds niet beginnen, dit is al meer dan een maand later dan in normale omstandigheden. 30 procent van de vroege bloemkolen moet nog worden geplant, bij de spruiten is de achterstand een stuk groter. Heel veel witloofwortelen zijn nog niet gezaaid, iets wat nu ook dringend moet gebeuren, en zeker voor half juni, aldus de Boerenbond.
Spinazie
Spinazie zal net als uien niet allemaal worden gezaaid. „Heel wat gewassen die de voorbije weken gezaaid werden op een drassige bodem, kennen bovendien een slechte en onregelmatige opkomst”, zegt Ceyssens. „Door het natte weer zijn de gewassen ook extra vatbaar voor de ontwikkeling van ziektes, schimmels en bacteriën, wat tot verliezen kan leiden. De opbrengsten voor de landbouwers zullen zo goed als zeker, sterk terugvallen.”
De afgelopen winter en het voorjaar was opmerkelijk nat, met elke maand meer neerslag dan normaal. De natte toestand maakt dat de veldwerkzaamheden voor het bemesten, zaaien en planten van de gewassen dit voorjaar hopeloos achterlopen. Het KMI rapporteerde 310 millimeter neerslag voor tussen december en februari (tov 228 millimeter gemiddeld), waardoor het de tweede natste winter was sinds de metingen.
Maart en april ook al nat
Ook in maart en april lag het neerslagtotaal nog 20 tot 40 procent hoger dan normaal. De Vlaamse Milieumaatschappij meldde dat begin mei op meer dan 90 procent van de meetplaatsen de grondwaterstand hoog tot zeer hoog was voor de tijd van het jaar. Vele percelen waren nog niet berijdbaar waardoor ze nog steeds niet zijn bemest of ingezaaid en ze ook de komende dagen nog niet berijdbaar zullen zijn. Begin juni, op het ogenblik dat de groeiomstandigheden optimaal zijn door lange dagen met veel zonlicht, zullen heel wat teelten nog niet zijn gezaaid, is de verwachting van de Boerenbond.
Tekst: Matthias Vanheerentals
Beeld: Ellen Meinen