Terugblik op vijf jaar Europees landbouwbeleid
‘De Europese Commissie heeft echt fouten gemaakt’
De Farm to Fork-strategie van de Europese Commissie is een mislukking geweest, zo stellen de beide parlementariërs. De voorstellen waren niet goed doordacht, en creëerden daardoor vanaf de start al tegenstand. „Als je kijkt naar de klimaatwetgeving, het Fit for 55-pakket, dan zie je dat al die voorstellen zijn aangenomen”, verduidelijkt Huitema. „Maar voor Farm to Fork waren er dertien of veertien voorstellen. Daarvan is maar een handjevol erdoor gekomen. De meeste zijn niet eens gepresenteerd.”
Dat komt, zegt de VVD’er, doordat de Commissie bij het maken van haar voorstellen niet goed heeft gekeken naar het politieke landschap en naar wat er speelt in de lidstaten. Bijvoorbeeld bij het introduceren van een natuurherstelwet met bindende bepalingen, terwijl Nederland nog worstelt met de gevolgen van de Vogel- en Habitatrichtlijn.
„De Commissie heeft echt fouten gemaakt. Ze stelden bijvoorbeeld een verbod op gewasbeschermingsmiddelen voor in nitraatgevoelige gebieden. Nou, dat zou dan hebben gegolden voor heel Nederland, heel Denemarken, misschien wel voor 60 procent van het Europese oppervlak. Daar krijg je in weinig lidstaten de handen voor op elkaar. Dat zijn gewoon fouten. Daarmee kweek je weerstand, in het Europees Parlement en daarbuiten. Dat is zo dom geweest.”
Ruissen vult aan: „De voorstellen waren onvoldoende doordacht, en er was te weinig oog voor wat die voorstellen betekenen voor het boerenbedrijf. Ze hebben veel te weinig nagedacht over de vraag wat een boer nodig heeft om levensvatbaar te blijven en tegelijk de omslag naar verdere verduurzaming te maken.” Huitema: „Als je iets verlangt van de sector, moet je ook iets teruggeven. Dat heeft de Commissie gewoon niet gedaan. Het ging alleen maar over reductie, reductie en reductie.”
Europarlementariërs werken samen over de fracties heen
De afgelopen vijf jaar hebben drie Nederlanders zich in het Europees Parlement sterk gemaakt voor de Nederlandse landbouw. Naast Bert-Jan Ruissen en Jan Huitema was dat Annie Schreijer-Pierik. De drie zaten in verschillende fracties in het Europees Parlement: Huitema bij Renew (de liberale fractie), Ruissen bij de conservatieve ECR (European Conservatives and Reformers) en Schreijer-Pierik bij de EVP (de Europese Volkspartij). Ze vonden samenwerking met elkaar over die fracties heen.
Volgens de parlementariërs heeft dat geholpen om de Nederlandse standpunten over het voetlicht te brengen in het Europees Parlement. „We hebben met ons drieën vaak coalities kunnen smeden in de verschillende fracties”, vertelt Ruissen. „Als je dingen in je eentje probeert te realiseren, kom je vaak van een koude kermis thuis.”
Daarom is het belangrijk dat er in zoveel mogelijk fracties van het Europees Parlement Nederlandse landbouwvertegenwoordigers zitten. Huitema: „Het heeft de afgelopen vijf jaar goed geholpen dat we de problemen in drie verschillende fracties op de agenda hebben kunnen zetten. We kunnen wel allemaal in de EVP-fractie gaan zitten. Maar, met alle respect, dat zou weinig zoden aan de dijk zetten.”
Bert-Jan Ruissen is opnieuw verkiesbaar, Annie Schreijer-Pierik en Jan Huitema stoppen na de verkiezingen als Europarlementariër.
Meneer Ruissen, u heeft het weleens gehad over de Timmermans-doctrine. Wat bedoelt u daarmee?
„Ja, die doctrine heeft het gedrag van de Commissie de afgelopen jaren wel beheerst. ‘Schrijf een doelstelling in de wet, plak er een jaartal aan vast, dan komen zaken wel in beweging. Maar kijk vooral niet of die doelstelling realistisch of haalbaar is’.” Hij geeft als voorbeelden de doelstelling om het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen met 50 procent te reduceren, of om 25 procent van het landbouwareaal voor biologische landbouw te gebruiken. „Die percentages zijn uit de lucht gegrepen, en niet onderbouwd. Het was gewoon nattevingerwerk, en dat gold voor veel van die voorstellen.” Het Europees Parlement heeft die percentages uit de wet gehaald, vertelt hij. „Wacht even, zeiden we daar, die 25 procent biologisch is misschien wel aardig als stip op de horizon. Echter moet dat niet juridisch bindend worden." Huitema merkt op: „Het begon ermee dat de Europese Commissie de impact assessment voor de Farm to Fork-strategie niet wilde vrijgeven. Daar moet ik Bert-Jan een compliment maken. Hij heeft er hard voor gevochten om dat boven water te krijgen.” Ruissen reageert: „Uiteindelijk is dat gelukt. Echter, een cumulatieve impact assessment, wat al de voorstellen bij elkaar opgeteld betekenen, die hebben we nooit gezien.”
In de Commissie zat ook een Commissaris voor Landbouw, de Poolse Eurocommissaris Janusz Wojciechowski. Je zou toch verwachten dat die binnen de Commissie opstaat en zegt dat die voorstellen niet haalbaar zijn voor de landbouw.
„We hebben niet echt geluk gehad met de poppetjes”, stelt Huitema. „Wojciechowski was een zwakke Eurocommissaris, zeker vergeleken met zijn voorganger Phil Hogan. Hij werd in de Commissie volledig overvleugeld. Bovendien bekeek hij de landbouw heel anders. Vlak na zijn inauguratie tweette hij al dat de Nederlandse landbouw te intensief is en concurreert met de Poolse boeren.” Huitema vervolgt: „De enige groen-linkse politicus in de hele Commissie, Virginijus Sinkevičius, zit op Milieu. En dan Frans Timmermans, met alle respect, maar ik heb hem er niet op kunnen betrappen dat hij ooit één goed woord over heeft gehad voor de Nederlandse landbouw, of de conventionele landbouw.” Ruissen merkt op: „Ik vind ook dat mevrouw Von der Leyen hier iets te verwijten valt. Want die heeft, hoe je het ook wendt of keert, Timmermans en Sinkevičius gewoon hun gang laten gaan. Uiteindelijk, in het licht van de verkiezingen, zie je dat ze ineens bereid is om alles te versoepelen. Echter heeft ze vier jaar lang Timmermans met zijn Green Deal gewoon de vrije hand gegeven.” Huitema constateert: „Als je nu ziet wat ze heeft teruggedraaid: dat zijn al die generieke maatregelen die van bovenaf op de landbouw zijn gedropt. Die GLMC’s. De kalenderlandbouw. Boeren vinken gewoon een lijstje af, dat in heel de EU hetzelfde is, en denken niet na over de effecten daarvan. Wij hebben gezegd dat je via eco-regelingen moet sturen. Dan zien boeren het niet als een kostenpost, maar als een verdienmodel. Dan gaan ze zelf nadenken hoe ze die kunnen inzetten. Nou, in Nederland zie je dat dat heeft gewerkt.” Ruissen is het daarmee eens: „Precies. We hebben al gezegd: houd het ‘lean en mean’. Leg niet te veel condities op, want anders moeten boeren meer kosten maken om aan die eisen te voldoen dan wat ze er via de basispremie voor terugkrijgen.”
Dat die maatregelen zijn teruggedraaid, heeft het daarbij nog geholpen dat Frans Timmermans toen geen Eurocommissaris meer was?
„Op de dag dat hij vertrok, ging alles ineens veel soepeler”, constateert Ruissen. „Toen kwam het besluit om de gewasbeschermingsmiddelenverordening terug te trekken en het voorstel om de beschermingsstatus van de wolf af te schalen.” Huitema lacht: „Het was wel heel toevallig dat dat allemaal samenviel, ja.” Ruissen, ook glimlachend: „Het is moeilijk aan te tonen, maar wij zien daar toch wel een verband in.” De Farm to Fork-strategie is de afgelopen vijf jaar dus niet uit de verf gekomen. Hoe verwachten jullie dat dit bij de volgende Commissie gaat? „Dat zal om te beginnen sterk samenhangen met de samenstelling van de nieuwe Commissie”, denkt Ruissen. „We hebben het al gehad over de invloed van de individuele Commissarissen. De uitdagingen op het vlak van klimaat en van biodiversiteit zijn er natuurlijk nog, maar het is de vraag hoe je daarop stuurt. Ik hoop dat we straks een Commissie krijgen die toch even iets meer denkt vanuit de praktijk, en die de boerenpraktijk wat meer centraal stelt.” Huitema vult aan: „Ik denk dat ze ook wel zien dat de aanpak van de afgelopen vijf jaar niet heeft gewerkt. Al die fouten die deze Commissie gemaakt heeft, daar zal de volgende Commissie wel van leren.”
Nu is de wereld in de afgelopen vijf jaar ook veranderd.
„Ja”, beaamt Ruissen. „De oorlog in Oekraïne, en de effecten daarvan in Europa, heeft mensen wel de ogen geopend. Het heeft mensen het belang van voedselzekerheid weer doen inzien.” Huitema voegt toe: „En het belang van zelfvoorzienendheid, en daarnaast het draaiend houden van de economie. Ik denk dat men nu wel door heeft dat dat essentiële dingen zijn.” Ruissen tot slot: „De Commissie heeft te weinig oog gehad voor wat haar voorstellen in de praktijk betekenen. Ik hoop dat we straks een Commissie krijgen die meer denkt vanuit de praktijk.”
Het Europese Landbouw Slotdebat
Van 6 tot en met 9 juni zijn er verkiezingen voor het Europees Parlement. Landbouw is daarbij een groot thema. Onder druk van boerenprotesten in diverse Europese landen en in Brussel, is het Europese landbouwbeleid de afgelopen maanden al aan het veranderen. Politieke partijen spelen daarop in. Maar welke veranderingen willen ze? En welke impact heeft dat op boerenbedrijven?
Die vragen staan centraal in het Europese Landbouw Slotdebat dat Agrio op 3 juni samen met de belangenorganisaties DDB, NMV, NAV, POV en NVP organiseert. Aan de hand van sectorale thema’s gaan drie politici per sector met elkaar in debat, zodat de verschillen tussen de politieke partijen duidelijk worden. Tot nu toe bevestigd zijn de politici: Sander Smit (BBB), Bert-Jan Ruissen (SGP), Bart Millenaar (VVD), Willemien Koning (CDA) en Lara Sibbing (GroenLinks-PvdA).
Aanmelden voor het debat over varkenshouderij (aanvang 19.00 uur)
Aanmelden voor het debat over akkerbouw (aanvang 20.00 uur)