Resultaten monsters NVWA-AM survey

Op basis van informatie van het CBS is uitgegaan van een areaal van 68.000 hectare consumptieaardappelen en 43.000 hectare zetmeelaardappelen. Uit dit areaal is random een selectie gemaakt van percelen met aardappelteelt in 2012, naar rato verdeeld over zetmeel- en consumptieaardappelen. De onderstaande kaart geeft de locaties van de bemonsterde percelen weer. Per perceel is maximaal 3 ha bemonsterd, waarbij na de oogst per hectare één grondmonster van 400 ml genomen is. De onderstaande tabel geeft weer welk deel van de percelen en monsters vrij en besmet zijn bevonden.
Besmetting
Op 9 procent van de consumptieaardappelpercelen is een besmetting met aardappelmoeheid is vastgesteld en op 43 procent van de percelen met zetmeelaardappelen. Op de 11 percelen consumptieaardappelen waar een besmetting is geconstateerd zijn in totaal 45 monsters genomen. Daarvan zijn 32 monsters besmet bevonden. Dit komt overeen met 59 procent besmette monsters op percelen met een besmetting.
Bij de zetmeelaardappelen zijn 41 percelen besmet bevonden waarop in totaal 115 monsters zijn genomen, waarvan 73 monsters besmet bevonden zijn. Dit komt overeen met 63 procent besmette monsters op besmet bevonden percelen. Het percentage besmette monsters op een perceel met een besmetting is voor consumptie- en zetmeelaardappelen ongeveer gelijk.
Bemonstering besmet terrein
Naast de bemonsteringen op ‘AM vrij terrein’ vond bemonstering plaats op terrein, dat besmet verklaard is. Telers kunnen met een wachttermijn van of zes jaar of drie jaar in combinatie met het nemen van een bestrijdingsmaatregel, recht verkrijgen om het besmet verklaarde terrein te laten bemonsteren met het doel tot opheffen van de besmetverklaring te komen.
Bij de bemonsteringen die op AM besmet terrein zijn uitgevoerd in de bemonsteringsjaren 2010/2011 en 2011/2012 valt het volgende op:
- Uit de cijfers blijkt dat ongeveer een kwart van de bemonsteringen op besmet terrein opnieuw AM wordt aangetroffen. De effectiviteit van de bestrijdingsmaatregelen vormt een punt van nadere aandacht. Voor een aantal telers lijkt het lastig te worden om van besmetverklaringen af te komen, mede omdat de NVWA rondom de nieuw aangetoonde besmettingen een afbakening toepast (16/27 meter).
- Ruwweg een derde van de monsteruitslagen bevat cysten zonder levende inhoud. Bij de aanwezigheid van (uitsluitend) cysten zonder levende inhoud (ook wel aangeduid als: lege cysten / cysten met dode inhoud en huidresten) geldt bij eerstvolgende bemonstering een volume van 1.500 ml/ha. Betrokken telers dienen dus extra alert te blijven.
Het monstervolume bedraagt bij deze bemonstering altijd 1.500 ml/ha.