Nieuw onderzoek opgestart
Bron dinoterb in Noord-Hollandse wateren nog altijd onbekend
Het bronnenonderzoek bestaat uit literatuuronderzoek over de stof en het meten van de stof. Daarnaast worden er interviews gehouden met stakeholders en experts en de beschikbare data worden geanalyseerd. Verder kijken de onderzoekers naar het gebruik en de mogelijke verspreidingsroutes van dinoterb: hoe kan de stof in het oppervlaktewater terecht komen, via de lucht, water, sediment of anders.
Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier (HHNK) verwacht in september een rapportage met voorlopige conclusies. Ook komt Deltares dan met een advies voor vervolgonderzoek. Het gaat hierbij met name om bemonstering om de voorlopige conclusies te toetsen en zo nodig bij te stellen.
Omwoelen van de bodem
Het nemen van water- en waterbodemmonsters is volgens HHNK pas zinnig als het rapport met voorlopige conclusies gereed is, omdat een hypothese nodig is voor het doen van gerichte bemonstering. Als uit het bronnenonderzoek bijvoorbeeld komt dat de verhoogde waarden gevolg zijn van omwoeling van de bodem, dan moeten andere monsters worden genomen dan wanneer het 'vrij' in het oppervlaktewater voorkomt of als een recente vervuiling als oorzaak wordt gezien.
In maart vorig jaar kwam aan het licht dat in 2022 op verschillende plekken in Noord-Holland de werkzame stof dinoterb in het oppervlaktewater was aangetroffen. Gewasbeschermingsmiddelen op basis van deze stof zijn al sinds 1998 verboden.
Zwanenwater
Uit toetsing van de meetgegevens van 2022 voor dinotberb in het natuurgebied Zwanenwater blijkt dat de stof niet boven de norm voor oppervlaktewater toetst. Uit nadere analyses van de meetgegevens van 2022 van dinoterb voor het Zwanenwater blijkt dat er sprake is van een eenmalige verhoogde meting. Deze meting heeft plaatsgevonden op 1 september 2022.