Biologische akkerbouw stabiel in 2013

De provincies Flevoland (16 procent), Gelderland en Friesland (beide 13 procent) hebben in 2013 het grootste aandeel in het totale areaal biologische landbouwgrond in Nederland. Het biologisch areaal is in mindere mate aanwezig in Limburg (2 procent), Zeeland (3 procent), Zuid-Holland en Utrecht (beide 5 procent). De andere 5 provincies dragen elk zo'n 7 à 10 procent bij.
Blijvend teeltbedrijf
In de gangbare landbouw gaat het in 18 procent van de gevallen om akkerbouwbedrijven, in 13 procent om tuinbouwbedrijven, in 5 procent om combinatiebedrijven en in 2 procent om blijvende teeltbedrijven. Het combinatiebedrijf en het blijvende teeltbedrijf komen in de biologische landbouw dus 3 keer zo vaak voor als in gangbare sector. Het percentage graasdierbedrijven is zowel in de gangbare als biologische landbouw het hoogst: respectievelijk 54 procent en 41 procent.
Lichte groei biologisch areaal
Het totaal areaal biologische landbouwgrond lag in 2013 in Nederland op 49.400 hectare, 2 procent meer dan het jaar ervoor. De landelijke spreiding van de biologische bedrijven volgt ruwweg de landelijke spreiding van alle biologische en gangbare bedrijven samen. De grootste verschillen in 2013 zijn te vinden in de provincies Flevoland en Noord-Brabant.
Kijk voor meer informatie op de website Compendium voor de Leefomgeving van het CBS.