Eindelijk groeikansen voor de uien
Na een lang nat voorjaar met vaak ook lage temperaturen en weinig zon breekt nu een periode aan met betere groeikansen voor de uien. Kees Jacobs blikt kort terug en loopt daarna even de aandachtspunten langs om de uien in goede conditie te houden.
"Het was misschien nog wel een lastiger voorjaar dan in 2023.” Uienexpert Kees Jacobs van Syngenta Seeds loopt al even mee maar een voorjaar zoals nu kan hij zich niet herinneren. “Het is niet overal even erg maar er is vrijwel geen uienperceel dat er vierkant mooi op staat. Bijna overal is wel een smetje. Dat kan variëren van een verzopen plek tot een egale slechte stand. Dat laatste komt trouwens vooral door de temperatuur dus dat zal binnenkort wel bijtrekken. Maar het grote beeld is toch dat veel percelen er matig bij staan."
Ik kom plantaantallen tegen tussen de 35 per vierkante meter, dat is echt te laag, en 95 per vierkante meter. En de gewassen lopen op veel percelen flink achter qua ontwikkeling.
"De zaaisels van mei, en dat waren er nog heel wat, hebben vaak nog maar 2 of 3 pijpjes. Dus het loofapparaat zal beperkt blijven. Maar goed, hier moeten we het dit seizoen mee doen.”
Problemen met insecten
“Het gemis van goede insecticiden begint langzamerhand voelbaar te worden”, vervolgt Jacobs. “We zijn natuurlijk al even de zaadcoatings kwijt maar met ingang van dit seizoen ook de Vydate. Als ik afga op wat ik hoor in de praktijk wordt het vermoeden bewaarheid dat de insectenpopulaties gaan toenemen. Ik hoor uit alle windstreken van gevallen van schade door uien- of bonenvlieg. In Oost- en Zuid-Flevoland is de uienmineervlieg gesignaleerd. En de vrees lijkt gegrond dat ook de aaltjes voor problemen gaan zorgen op de zandgronden en in de intensieve bouwplannen op de lichte zavelgronden. Die telers oriënteren zich nu op alternatieven maar die zijn dun gezaaid.”
Jacobs heeft nog geen meldingen gehoord van trips maar volgens de uienexpert is waakzaamheid wel degelijk op z’n plaats. “Tot nu was het te koud en te nat voor de trips maar we gaan nu een periode tegemoet met hogere temperaturen. Dan komt ook de vermenigvuldiging van de trips in een hogere versnelling. De vuistregel is dat je rond deze tijd al bent begonnen met de tripsbespuitingen, mits je ze hebt gezien natuurlijk. We kunnen dit jaar misschien iets later beginnen maar bedenk wel dat de systemische middelen even tijd nodig hebben om zich door de plant te verspreiden.”
Optimaal profiteren
Voor de komende periode is het zaak om te zorgen dat zowel de uien als de telers optimaal profiteren van de voorspelde hogere temperaturen en een eerste droge week. Jacobs: “Op veel percelen lopen telers nog achter met de onkruidbespuitingen. De komende week biedt waarschijnlijk goede mogelijkheden om de LDS-bespuitingen af te ronden. En wie dat wil, vindt wellicht ook een mooi moment om te schoffelen. Op dichtgeslagen percelen zal het gewas daar goed op reageren.”
Ook de voeding van de uien vraagt aandacht, stelt de Syngenta adviseur. “Dit is sowieso de tijd voor een eventuele overbemesting maar het is wel goed dat de telers zich even achter de oren krabben wat de juiste gift is. Op veel percelen zullen minder uien staan dan normaal; maar daar staat tegenover dat er ook de nodige stikstof zal zijn uitgespoeld. Op het zand ben je die stikstof kwijt maar op de klei zit het waarschijnlijk alleen in een diepere laag. Dan moet je inschatten of het gewas er nog bij kan. Maar de wortels zullen op veel percelen niet diep zitten.” Behalve stikstof is ook de Kali een belangrijk voedinsgelement voor uien, stelt Jacobs. “Kali geef je niet snel te veel. Het is belangrijk voor de hardheid en de kwaliteit van de ui en het speelt een belangrijke rol bij vochttransport. Dus niet op bezuinigen wat mij betreft.”
Ziektes monitoren
Omstreeks deze tijd van het jaar begint meestal ook het seizoen voor de schimmelbestrijding. “Als de bolling begint, dat is altijd na de langste dag, wordt de ui gevoeliger voor schimmel”, weet Jacobs. “Er is al valse meeldauw gezien in winter-zaaiuien. En het weer van de afgelopen tijd was ook al gunstig voor bladvlekkenziekte. Ik zeg niet dat iedereen nu direct op de spuit moet klimmen maar minstens 1 keer in de week op de knieën in de uien is noodzakelijk om de situatie goed te volgen. En informeer ook bij je gewasbeschermingsadviseur want die ziet veel meer.”
Ondanks de sub-optimale start ziet Jacobs daar toch ook een lichtpuntje in. “De kans op opbrengst toppers is niet groot en dat schept ruimte voor mooie afzetmogelijkheden. Dus alle reden om het gewas nog even goed te verwennen.”