Bescherm uien tegen valse meeldauw vroeg en preventief
Met het weer van de afgelopen én de komende periode voelt valse meeldauw zich helemaal in z’n element. Steven Dorrestijn adviseert om de schimmel tijdig de pas af te snijden met vroege bespuitingen tegen deze agressieve belager.
“Het is al heel lang echt schimmelweer”, stelt Steven Dorrestijn. “En in plantuien is al valse meeldauw geconstateerd. Daarom moeten telers zodra de bolling begint, starten met bespuitingen tegen de ziekte. Want als je wacht totdat je de schimmel ziet ben je te laat. Als valse meeldauw eenmaal in je gewas zit krijg je het er meestal niet meer uit.” Overigens zullen de meeste uienpercelen nog niet zo ver zijn, schat de Syngenta adviseur.
Veel percelen zijn laat ingezaaid en van de percelen die ik zelf heb bezocht zitten de meesten nu in het stadium van 1 tot 3 pijpjes. Maar goed, de langste dag ligt inmiddels achter ons, dus de bolling is aanstaande. Maar het zal op veel percelen wel iets later worden dan eind juni wat we gewend zijn.
Schoon gewas
Voor een effectieve aanpak van de valse meeldauwschimmel is volgens de Syngenta adviseur maar één methode: “Op tijd beginnen in een schoon gewas en dan gewoon een strak wekelijks schema aanhouden. En als een wekelijks interval niet lukt proberen om eerder te spuiten. Het verraderlijke van valse meeldauw is de lange incubatietijd. Het kan tot wel 3 weken na een infectie duren voordat je het schimmelpluis ziet verschijnen. Maar dan ben je te laat. En omdat je nooit precies weet hoe de omstandigheden ’s nachts zijn geweest, is het lastig om in te schatten of infectie heeft kunnen plaatsvinden. Ik zie nog elk jaar dat telers de fout maken dat ze te laat te starten als het warm en droog is. Of ze maken de intervallen te groot. Met meeldauw is dat levensgevaarlijk want we hebben geen curatieve middelen meer.”
Ook bladvlekken
Bij de middelkeuze is volgens Dorrestijn de Orondis® Plus Amistar® de beste keuze voor de bespuitingen op T2 en T5. “Behalve valse meeldauw pakt de Orondis Plus Amistar ook de secundaire schimmels als bladvlekkenziekte aan. Telers denken misschien dat het aan de vroege kant is voor bladvlekkenziekte maar die schimmel kan vroeg in het seizoen al sluimerend aanwezig zijn. Voor de verspreiding heeft het opspattend water nodig en dat is er de laatste tijd genoeg geweest.” De Orondis Plus Amistar mag in totaal 3 keer worden toegepast met een minimaal interval van 21 dagen. In de tussenliggende periodes kan dan worden afgewisseld met andere middelen. Dorrestijn: “Dat is sowieso verstandig uit oogpunt van resistentie management. En we hebben in de uien hoe dan ook alle beschikbare middelen nodig om het hele seizoen af te dekken.” De Syngenta medewerker attendeert telers er nog wel op dat ze maximaal 3 keer een middel met de actieve stof oxythiopiprolin mogen spuiten. “Meestal houden de adviseurs dat wel in de gaten maar een gewaarschuwd mens telt voor twee.”
Belangrijk voordeel van Orondis Plus Amistar als vroege bespuiting is dat het zacht is voor het gewas. Steven: “Je hebt geen fytotoxische reactie en dus geen remming. En het middel is hard voor valse meeldauw. Wij zien dat ook in onze proeven. Zowel in doorspuitschema’s als in praktijkschema’s wordt de goede werking van Orondis Plus Amistar elk jaar opnieuw bevestigd. Het heeft zich niet voor niets snel gevestigd als een basismiddel in de fungicidenschema’s van veel uientelers.”