Dijksma houdt vast aan vergroening
In de inleiding maakt Dijksma duidelijk dat ze streeft naar een vergroening en verduurzaming van de sector, die echter wel inpasbaar is in de bedrijfsvoering van boerenbedrijven en waarbij administratieve en uitvoeringslasten beheersbaar blijven. Omdat onderdelen van het GLB in Brussel nog niet op detail voltooid zijn, waarschuwt de staatssecretaris ook dat de regels in de komende maanden nog kunnen worden aangepast.
Vergroening
Om aan de eisen voor een ecologisch aandachtsgebied (EFA) te voldoen kunnen boeren kiezen voor een zogenaamd ‘equivalent pakket’, waarmee ze de EFA-verplichting voor vijf tot zeven jaar aangaan. Tenminste 30 procent van dit pakket bestaat uit beheerde akkerranden. Landschapselementen mogen worden meegeteld als daarvoor een Agrarisch Natuurbeheercontract voor onderhoud en beheer is afgesloten.
Collectieve invulling
In plaats van dit pakket kunnen boeren kiezen uit elementen van de generieke longlist van de GLB-verordening. Boeren kunnen ook nog kiezen voor een collectieve invulling van de EFA-verplichting. Daarbij gaat het om collectieven van maximaal 10 boeren, waarbij elke deelnemer minstens 2,5 procent van zijn eigen bouwland als EFA inricht.
Dubbele betalingen
Wat in de eerste pijler meetelt voor de verplichte vergroening wordt niet nog eens vergoed uit de tweede pijler via agrarisch natuurbeheer. Dit betreft vooral vergoedingen voor ANB-akkerrandenbeheer. Als bedrijven hun akkerranden als EFA opgeven, komen die (voor het opgegeven gedeelte) niet in aanmerking voor vergoeding uit de tweede pijler.
Zetmeelsector
Omdat de directe inkomenssteun voor zetmeelaardappeltelers de komende jaren sterk afneemt, heeft de staatssecretaris besloten om 1 miljoen euro per jaar te steken in steun voor het Innovatieprogramma Landbouw Veenkoloniën. De provincies Groningen en Drenthe cofinancieren dit programma uit de POP3-gelden. Daarnaast reserveert Dijksma nog eens 1 miljoen euro per jaar uit de eerste pijler. Daarmee, en met eigen inspanningen, moet de sector toekomstbestendig worden.
Inkomenssteun
In totaal ontvangen boeren de komende zeven jaar meer dan 5,3 miljard euro aan directe inkomenssteun en daarnaast nog eens 178, 5 miljoen euro per jaar vanwege het plattelandsontwikkelingsprogramma.
Jonge boeren
Nederland en het NAJK hebben zich ingezet om de extra hectarebetalingen voor jonge boeren te richten op boeren na de bedrijfsovername, om zo de investeringen na de overname te ondersteunen. Op Europees niveau is echter besloten dat de betalingen ook bestemd zijn voor maatschappen waarin jonge boeren deelnemen.
Hectarebetaling
Dat betekent dat in Nederland ongeveer 6.000 bedrijven voor de extra hectarebetaling in aanmerking komen. Voor gelden uit de eerste pijler betekent dat dat de extra premie circa 50 euro per hectare zal bedragen voor de eerste 90 hectare per bedrijf. Voor de tweede pijler wil Dijksma de hoogte van het subsidiepercentage koppelen aan het aandeel eigen vermogen van de jonge boer in de onderneming. Op die manier komt toch zoveel mogelijk geld terecht bij boeren na de bedrijfsovername.