Aanwezigheid haard onbekende factor koprot

‘Er is al zo veel bekend; we weten waar de schimmel vandaan komt, wat hij in de bewaring doet en welke middelen het beste werken tegen koprot’, zegt Westhoff. ‘We weten alleen niet of er een haard in de buurt is, waardoor de sporendruk hoog genoeg is om te moeten spuiten. En juist dat aspect is bepalend voor het spuitadvies.’
Spuitadviessysteem
Met een spuitadviessysteem, zoals dat van Dacom, is de koprotschimmel voor een belangrijk deel te tackelen. Hij pleit er dan ook voor dat dit systeem verder wordt ontwikkeld. Zo lang die duidelijkheid er niet is, moet je er als teler maar van uit gaan dat er altijd ziektedruk is, zegt hij. Betekent dit terug naar een doorspuitschema? ‘Bijna wel. Maar met een spuitadviessysteem kunnen we dat verbeteren.’
Koprot is niet alleen met gewasbeschermingsmiddelen aan te pakken, waarschuwt Westhoff. ‘Een infectie is een combinatie van factoren. Het is de complete aanpak, je mag nergens een steek laten vallen.’ Dat betekent dat van teelt tot en met bewaring alertheid noodzakelijk is.
Groen gewas
Volgens Westhoff heeft infectie met koprot niets te maken met groenheid van het gewas. De schimmel groeit namelijk op de grens van groen en dood materiaal, waarna deze langzaam de pijp ingroeit. ‘Op groen groeit hij niet. Zo lang het gewas groen op het veld staat, kan hij dus niet naar binnen groeien.’
Dood op het veld is ongeleide bewaring, is zijn standpunt. ‘Dan heeft de schimmel immers alle kans om naar binnen te groeien.’
Er moeten sporen zijn om infecties te krijgen. Denk aan een afvalhoop, maar ook vergisters kunnen sporen verspreiden, zegt Westhoff. ‘Ook bij het afleveren van uien, dat veelal buiten gebeurt, kunnen uienresten, en daarmee sporen zich verspreiden.’
Axiaalsets
Andere factor is de inzet van axiaalsets bij de oogst, waardoor er meer gewasresten op het land achterblijven. Westhoff constateert dat nog te vaak gewasresten te lang op het land blijven liggen, waardoor het risico op besmetting en verwaaiing ontstaat. Goed onderwerken is belangrijk. ‘Spitten is niet afdoende, daarmee werk je de resten niet onder.’
Ook de sterke groei van het areaal uien en het aantal verwerkers draagt bij aan de verhoogde ziektedruk. ‘Er worden meer uien verwerkt, dus meer afval. En elke verwerker heeft zijn eigen afvalhoop.’ Slechte uien werden vroeger in Polen verwerkt, nu gebeurt dat ook in Nederland, aldus Westhoff.