Wiedeggen, het oude èn nieuwe normaal in de leliesector?
Telers en adviseurs verzamelden zich op een praktijkperceel van een DBD-deelnemer waar proeven van DBD in liggen. Herbiciden versus mechanische onkruidbestrijding is een hot item, net als de lelieteelt in ruggen. Beide zijn terugkerende oude technieken. „Dit gebeurde 40 jaar geleden ook”, zegt DBD-projectleider Ben Seubring van HLB daarover. „We stapten over op beddenteelt, omdat je daarmee een hogere productie kunt realiseren. In een bed strooi je ze als het ware uit, maar in de rug zet je de bolletjes achter elkaar. Dat kost ruimte. De ruggenteelt wordt onderzocht als alternatief omdat we zoeken naar een gunstiger gewasklimaat voor een gezondere en daarmee duurzamere teelt”, legt hij uit. „Minder lange bladnatperiodes kunnen leiden tot een lagere ziektedruk. Een gewas in ruggen heeft sowieso meer lucht en licht dan in een bed. We zijn nu erg benieuwd wat het effect op de ontwikkelingen van ziekte in het gewas en op de groei is.”
DBD onderzoekt van alles
DBD onderzoekt gelijk van alles als ze de kans krijgen, want in hetzelfde veld wordt mechanische onkruidbeheersing getest naast de reguliere herbicidebehandelingen. „Dat vinden bezoekers erg mooi om te zien!”, merkt Seubring. „Want je ziet eigenlijk nooit een wiedeg in een gangbaar lelieperceel. Tijdens de demonstratie kon iedereen zien hoe de plantjes meebewegen met de eg, maar dat het soms ook een plantje kost. In de aardappelteelt zou het ook kunnen, wiedeggen. Vroeger was het normaal, tot er alternatieven werden aangeboden waardoor productie en kostprijs kon veranderen.”
De nadelen? Mechanisch onkruid beheersen is veel arbeidsintensiever en je hebt dus de visuele gewasschade. Daarentegen zet een chemische behandeling het gewas vaak terug in de ontwikkeling. In dit geval staan de lelies iets mooier als het onkruid mechanisch wordt beheerst, ziet Seubring bij deze lelies. „De geschiedenis van een perceel is natuurlijk heel bepalend voor het succes van het beheersbaar houden van onkruiden.”
Verandering in gedachtegang
Waar bijeenkomsten als deze enorm bij helpen is het stimuleren van verandering en de gedachtegang van telers en adviseurs. Seubring: „Het helpt als ondernemers zien hoe ze kunnen veranderen, want dan ga je er anders naar kijken. Daarvoor bieden wij handvatten. Voor een gedeelte van het assortiment kan het! Ik dacht twee jaar gelden zelf ook: je bent hartstikke gek om te proberen om biologisch lelies te telen. Maar je moet er gewoon mee aan de slag en dan merk je wat wel en niet kan.” Dat is het mooie van DBD: op praktijkschaal wordt ontdekt waar de grenzen liggen.
Landbouwspuit blijft
Dat betekent zeker niet dat de – door onwetenden soms gevreesde landbouwspuit – uit het landschap verdwijnt. Sterker nog: „Hoe milieuvriendelijker we werken, hoe meer we de spuit gaan zien”, zegt Seubring. „Het beeld van de landbouwspuit moet veranderen, want het is een heel mooie manier om producten als bijvoorbeeld biostimulanten goed toe te dienen aan een gewas. En die middelen werken anders dan chemische varianten. Dit betekent dat je vaker terug moet naar je gewas. De spuit draagt al vrij weinig chemie met zich mee en dat zal steeds minder worden de komende jaren. Je ziet dat helaas alleen niet van buitenaf.”
Het alternatief – mechanisch onkruid beheersen – wordt de komende jaren verder onderzocht en wordt daarmee makkelijker uitvoerbaar in de praktijk. „We hangen nu tegen het kantelpunt aan. Als er geen middelen meer zijn, staan akkerbouwers met de rug tegen de muur aan en dan moet de sector klaar zijn voor een alternatief.”
Het is belangrijk om te beseffen dat alternatieven als deze hogere kosten met zich meedragen. Het zijn prachtige manieren om op een duurzame manier gewassen te produceren, maar het moet uiteindelijk wel worden betaald.
Meer weten over de activiteiten van Duurzame Bollenteelt Drenthe? Check de website.