Column: Phytophthora, krijgen we hem samen onder controle?
Voor mijn gevoel gaan we ongeveer dertig jaar terug in de tijd. Ik werkte toen bij een voorloper van Delphy en phytophthora was een jaarlijks terugkomend onderwerp. Dat kwam doordat de druk ook in die jaren erg hoog was, maar gelukkig is het in de loop van de tijd weer wat naar de achtergrond verdwenen. Enerzijds doordat steeds minder Bintjes werden geteeld, een ras dat zowel in het blad als in de knol zeer gevoelig was. Anderzijds doordat er steeds betere gewasbeschermingsmiddelen kwamen waarmee we phytophthora de baas konden zijn.
Nieuwe phytophthora-stammen
Maar sinds vorig jaar is het weer terug. Ik denk dat de belangrijkste oorzaak in het verdwijnen van middelen zit, de nieuwe phytophthora-stammen EU-43 en EU-46 en in het steeds grotere areaal consumptieaardappelen. De discussie over de rol van biologische aardappelen die we dertig jaar geleden hadden, is daarmee weer terug. De vraag is of de hoge druk ook door die teelt wordt veroorzaakt.
Biologische en gangbare landbouw hebben elkaar nodig en kunnen elkaar versterken
In deze column ga ik niet op die discussie in, maar wil ik benadrukken dat we het met z’n allen moeten doen. Ik denk namelijk dat we veel van elkaar kunnen leren. Ook als we het over phytophthora hebben durf ik te stellen dat er door veredelaars een extra inspanning is gedaan om robuuste rassen te gaan kweken, doordat al jaar in jaar uit biologische aardappelen worden geteeld.
Ondanks het doorbreken van de fysio’s lukt dat steeds beter. Dit doorbreken komt trouwens door de schimmel zelf. Hoe meer hij wordt gepest, hoe meer hij terugvecht om te overleven. Door het steeds grote areaal aardappelen met veel verschillende rassen krijgt de schimmel daar gemakkelijker de kans voor.
Het heeft daarnaast niet geholpen dat we de ziekte met andere gewasbeschermingsmiddelen te lijf zijn gegaan. Totdat we meer resistentie/tolerantie of betere gewasbeschermingsmiddelen hebben, zullen we allemaal ons best moeten doen om phytophthora beheersbaar te houden.
Mede door de biologische landbouwers is mechanische onkruidbestrijding enorm hard ontwikkeld
Een belangrijker punt vind ik dat biologische en gangbare landbouw elkaar nodig hebben en kunnen versterken. Mede door de biologische landbouwers is mechanische onkruidbestrijding enorm hard ontwikkeld en door het wegvallen van steeds meer middelen beseft iedereen dat het anders moet en dus ook kan.
Een leuke bijkomstigheid: dit jaar kwam het besef als je weinig contactmiddelen gebruikt in bijvoorbeeld uien, dat de gewassen veel beter groeien. En bovendien met een betere vitaliteit en een mindere gevoeligheid voor ziekte. Ik zie trouwens dat machines regelmatig samen door een biologische en gangbare teler worden aangeschaft.
Daarnaast worden veredelaars door de biologische teelten extra gestimuleerd om meer tolerante, of liever nog resistente, rassen te kweken. Daar hebben uiteraard de gangbare telers in de toekomst ook veel voordeel van.
Verantwoordelijkheid nemen
Gelukkig zie ik in de praktijk dat ik niet de enige ben die vindt dat we elkaar nodig hebben en kunnen versterken. Ik begeleid meerdere bedrijfseconomische studiegroepen met zowel gangbare als biologische bedrijven. Ze willen graag economisch en teelttechnisch van elkaar leren. Als iedereen zijn verantwoordelijkheid neemt kan de landbouwsector hier alleen maar beter uitkomen en krijgen we deze schimmel én andere bedreigingen onder controle.