Maximaal rendement voor landbouw en milieu
Beredeneerd bemesten met stikstof in late aardappelen
Bemestingsplan
Deze beredeneerde bemestingsstrategie start bij de opmaak van een bemestingsplan in het vroege voorjaar. Concreet is het zaak om per perceel een inschatting te maken van de benodigde stikstof bemesting door de stikstofbehoefte van de teelt te verminderen met de verwachte stikstoflevering op het perceel.
De stikstofbehoefte van aardappelen valt over het algemeen samen met de vroegrijpheid van het ras. Voor late aardappelen wordt de behoefte geschat op zo’n 270 tot 310 kg N/ha. De verwachtte stikstoflevering op het perceel hangt af van diverse stikstof leverende factoren zoals de stikstof voorraad in de bodem, de stikstof nalevering van organische mest toegepast in het voorgaande jaar, de stikstof levering uit oogstresten en/of een groenbedekker en de stikstoflevering door mineralisatie van bodem organische stof. De totaal verwachtte stikstof levering varieert van perceel tot perceel en kan uiteenlopen van slechts 70 tot wel 180 kg N/ha, waardoor ook de benodigde stikstof bemesting sterk kan variëren tussen percelen.
In Vlaanderen werd een gebruiksvriendelijke tool ontwikkeld door samenwerking van Viaverda en de begeleidingsdienst voor een betere bodem- en waterkwaliteit (B3W) om zelf de bemestingsbehoefte per perceel in te schatten. Deze tool is gratis raadpleegbaar via deze link.
Verlaag de basisbemesting
Eens de benodigde stikstof bemesting ingeschat is, is het zaak om bij planten de basisbemesting te verlagen tot ongeveer 70 % van wat er berekend werd. Dit om drie redenen. Een eerste reden is dat de verwachtte stikstoflevering niet exact te bepalen valt in het voorjaar. Zo kan de stikstoflevering uit bv. oogstresten en mineralisatie van bodem organische stof sterk variëren van jaar tot jaar. Een tweede reden is dat de werkelijke stikstof inhoud en vrijstelling uit organische mest (sterk) kan afwijken van de gemiddelde forfaitaire waarden die algemeen gehanteerd worden, waardoor we met organische bemesting in het voorjaar net meer of minder stikstof dan verwacht aanbrengen op ons perceel. Een derde reden is dat we op deze manier het risico beperken dat er teveel stikstof uitspoelt naar de diepere lagen in de bodem in het voorjaar. Tussen planten en het moment dat het aardappelgewas veel stikstof begint op te nemen zitten ongeveer 6 weken. Valt er in deze periode veel neerslag, dan kan een deel van de uitgevoerde bemesting uitspoelen. Dit is zeker het geval op percelen met een zandige textuur.
Door de basisbemesting te verlagen tot 70 % van wat er berekend werd, creëren we dus de mogelijkheid om tijdens het seizoen, perceel per perceel, de bemesting bij te sturen naar de werkelijke situatie binnen de beschikbare stikstof bemestingsruimte.
Bemest bij op advies
Deze bijsturing van de bemesting gebeurt op basis van een advies. In Vlaanderen geven diverse labo’s een bijbemestingsadvies aan de hand van een grondanalyse (0-30 en 30-60cm) uitgevoerd zo’n twee weken na de opkomst van de aardappelen, wanneer de individuele planten een diameter van +/- 15 cm bereikt hebben. In Nederland zijn er diverse labo’s die een bijbemestingsadvies formuleren op basis van bodem en/of gewas analyses doorheen het teeltseizoen.
De bijbemesting vul je vervolgens in met een korrel- of bladmeststof, afhankelijk van de grootte van het advies. Is het advies hoger dan 40 kg N/ha, dan gebruik je best een korrelmeststof om voldoende snel deze ‘grote’ hoeveelheid stikstof aan te leveren. Idealiter pas je deze korrelmeststof toe kort voor een regenbui. Zo kunnen de korrels snel in de bodem oplossen. Is het advies kleiner dan 40 kg N/ha, dan kan je een korrel- of bladmeststof gebruiken. Maak je gebruik van een bladmeststof, dien je de stikstof dosis per gift te beperken om bladverbranding te vermijden. Bij gebruik van vloeibare stikstof gebruik je best tot maximaal 10 à 15 L/ha per toepassing. Bij gebruik van ureum kan 10 tot 20 kg/ha toegediend worden.
Resultaten*
Vergelijkende proeven bij telers in Vlaanderen in 2022 en 2023 bewezen de effectiviteit van deze beredeneerde bemestingsstrategie. Door toepassing van deze strategie bemestten telers gemiddeld 50 en 41 kg N/ha minder dan dat ze volgens hun eigen gewoonte deden in respectievelijk 2022 en 2023, zonder dat dit enige impact had op de opbrengst of sortering van de aardappelen. Bovendien bleef er in de bodem gemiddeld 17 en 15 % minder reststikstof achter aan het einde van de teelt, waardoor ook de impact op het milieu gereduceerd werd. Stikstof die aan het einde van de teelt in de bodem achterblijft zal immers uitspoelen naar het oppervlakte- en grondwater.
Bezoek de kennissessie ‘Beredeneerd omgaan met de stikstof bemesting in late aardappelen’ op 21 augustus op Aardappeldemodag
Locatie: Kennisruimte 3
Tijd: 13.45 uur
Spreker: Stany Vandermoere, onderzoeker aardappelen Viaverda
*Deze resultaten werden bekomen binnen de begeleidingsdienst voor een betere bodem- en waterkwaliteit en het demonstratie project ‘gefractioneerd bemesten van late aardappelen’ gefinancierd door de Vlaamse overheid en het Europees landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling.