‘Nu grond bemonsteren op aardappelmoeheid’

Deze oproep doet Ton Stolte van de NAK. ‘De percelen liggen er nu mooi bij. Laat die zo snel mogelijk na de oogst bemonsteren.’
In de herfst en winter zijn de omstandigheden vaak veel minder goed. Het bemonsteren van nat of van geploegd land vraagt meer tijd. Als de omstandigheden slecht zijn kan de bemonstering niet altijd plaatsvinden, geeft Stolte aan. Ook het drogen van natte monsters vraagt extra tijd en energie van de NAK.
Cysten nemen niet af
Stolte wil nog een misverstand uit de wereld helpen, namelijk dat de cysten na een paar jaar wachten wel weg zijn. Daarom stellen telers bemonstering soms onterecht uit.
Maar cysten verdwijnen pas na vele jaren. Het aantal cysten is echter niet bepalend voor een AM-besmetverklaring, maar het aantal levende larven in de cysten.
Maximaal kunnen er zo’n 300 in één cyste zitten. Die nemen jaarlijks gemiddeld af met een derde. Pas na zo’n 15 jaar is de cyste leeg.
Een paar jaar geen aardappels telen helpt dus niet. Stolte adviseert telers daarom om hun percelen tijdig te laten bemonsteren. Dan kunnen ze ook tijdig maatregelen nemen, zoals aanpassing van het bouwplan, het telen van een resistent ras of grondontsmetting.
Stolte benadrukt ook dat het niet uitmaakt of bemonstering plaatsvindt in het voorjaar of in het najaar. Uit onderzoek blijkt dat de kans even groot is op het vinden van een AM-besmetting
Tekst: Peter van Houweling
Beeld: NAK