Alternaria in aardappelen beheersen
De gevaren van Alternaria
Alternaria solani en Alternaria alternata zijn berucht om hun vermogen om aardappelplanten te infecteren, wat resulteert in bladvergeling, necrose en uiteindelijk een vermindering van de fotosynthese-activiteit van de plant. Dit leidt niet alleen tot een afname van de opbrengst, maar kan ook de kwaliteit van de knollen aantasten, wat de economische waarde van de oogst aanzienlijk kan verminderen. De infectie vormt met name een probleem in de latere stadia van de groeicyclus van de aardappel, wanneer de natuurlijke weerstand van de planten afneemt.
Preventieve aanpak
Een doeltreffende bestrijding van Alternaria begint met preventieve maatregelen. vooral in dit seizoen hebben telers al een eerste stap gezet in de bestrijding door het gebruik van fluazinam in hun Phytophthoraschema’s. Fluazinam heeft namelijk een nevenwerking op diverse schimmelziekten waaronder Sclerotinia, Botrytis en Alternaria. Hoewel dit een solide basis vormt, is aanvullende bescherming essentieel naarmate de aardappelplanten verder rijpen en de bloei voorbij is.
Een sterk wapen in de strijd tegen Alternaria
Voor telers een effectieve vervolgstrategie, biedt Narita een uitstekende oplossing. De werkzame stof in Narita, difenoconazool, is een systemisch werkend fungicide dat door de plant wordt opgenomen en zich door het gewas verspreidt. Hierdoor biedt Narita zowel preventieve als curatieve bescherming tegen Alternaria-infecties.
De systemische werking van difenoconazool zorgt ervoor dat het middel niet alleen de schimmel op het oppervlak van de plant aanpakt, maar ook de infectie van binnenuit bestrijdt. Dit maakt Narita al jarenlang een betrouwbare keuze voor telers die streven naar optimale gewasgezondheid en maximale opbrengst.
Resistentiemanagement
Een belangrijk aspect van gewasbescherming is het voorkomen van resistentieontwikkeling bij pathogenen. Narita behoort tot de triazolen, een groep fungiciden die momenteel veel wordt ingezet tegen Alternaria. Het herhaaldelijk gebruik van fungiciden uit dezelfde chemische groep kan echter leiden tot resistentieontwikkeling, waardoor de effectiviteit van de middelen afneemt.
Telers wordt daarom geadviseerd om Narita af te wisselen met middelen uit andere chemische groepen. Door deze afwisseling wordt de druk op de pathogenen om resistentie te ontwikkelen verminderd, waardoor de levensduur en effectiviteit van de beschikbare middelen wordt verlengd.
Praktisch advies
Voor een effectieve bestrijding van Alternaria in aardappelen wordt de volgende strategie aanbevolen:
-
Start de behandeling bij het begin van de volle bloei van de aardappelen, aangezien dit het moment is waarop de natuurlijke weerstand van de planten begint af te nemen.
-
Gebruik 0,5 l/ha Narita in combinatie met het bestaande Phytophthoraschema. Door Narita toe te voegen aan het schema, wordt de bescherming tegen Alternaria aanzienlijk verbeterd.
-
Wissel Narita af met middelen die een andere werkzame stof bevatten om resistentieontwikkeling te voorkomen. Dit resistentiemanagement is essentieel voor het behoud van effectieve middelen op de lange termijn.
Conclusie
Alternaria vormt een serieuze bedreiging voor de aardappelteelt, maar met een strategische en goed geplande aanpak kunnen telers de impact van deze ziekte minimaliseren. Door gebruik te maken van bewezen fungiciden zoals Narita, in combinatie met een doordacht resistentiemanagementplan, kunnen telers hun aardappelgewas beschermen en een hoge opbrengst en kwaliteit van de knollen waarborgen. Het is essentieel om tijdig te beginnen met de behandelingen en een afwisselend schema te hanteren om zowel de effectiviteit van de middelen als de gezondheid van het gewas te maximaliseren.