Column: André Hoogendijk: mikken op de maan
Terugkijkend is het niet moeilijk om te zien wat er de afgelopen jaren allemaal mis is gegaan en hoe het anders had gekund. Het verleden komt echter niet terug. De kunst is om niet te blijven hangen in holle frasen, uitgekauwde voorstellen en achterhaalde programma’s. Nieuwe ideeën, nieuwe samenwerkingen en nieuwe energie is nodig om een frisse start te kunnen maken. Dat lukt alleen vanuit het midden van de sector en de maatschappij.
Stoppen met abstracte doelen
We hebben zware jaren achter de rug waarin de overheid doelen stelde, maar er geen pad was om het doel te bereiken. Wel een stikstofkaartje, maar geen routekaart. Voor belangrijke onderwerpen zoals stikstof of waterkwaliteit is er geen samenhangend programma met uitvoeringskracht. Overheden werken langs elkaar heen met beperkte betrokkenheid van de agrarische sector. Doelen worden steeds niet gehaald.
Geen wonder eigenlijk, want wie wordt er nou enthousiast van een van bovenaf opgelegd abstract doel? Zeker als je weet dat het doel tussentijds nog een paar keer eenzijdig wordt aangepast. Als je sowieso geen medaille kunt winnen, dan is meedoen ook niet zo aantrekkelijk. Omgekeerd is het niet motiverend als je alleen wordt beloond als je goud wint met een wereldrecord. Je wilt elke stap in de juiste richting ondersteunen en waarderen.
Idee van een moonshot
De econoom Mariana Mazzucato heeft enkele jaren geleden het idee van een moonshot gelanceerd. De naam komt van de ambitie van de Amerikaanse president Kennedy die in 1962 aankondigde om voor het eind van het decennium een bemande reis naar de maan te bewerkstelligen: “We choose to go to the Moon in this decade and do the other things, not because they are easy, but because they are hard.”
In 1962 was dit bepaalde geen appeltje-eitje. Veel mensen geloofden niet dat het mogelijk was en er waren nog veel innovaties voor nodig. Het doel inspireerde wel veel mensen. Elke innovatie bracht het doel een stapje dichterbij. Essentieel daarbij was de samenwerking tussen de overheid en het bedrijfsleven. Innovatie komt niet uit een ivoren toren met slimme wetenschappers, maar uit een brede samenwerking van veel verschillende mensen.
Gebrek aan inspiratie
In de landbouw is er sprake van een gebrek aan inspiratie. Doelen worden vaak onderbouwd met de stelling dat ‘het moet van Brussel’. Ik ken geen enkele boer die warm wordt van de Nitraatrichtlijn of de Kaderrichtlijn Water. Een wet moet het sluitstuk zijn van een beweging, niet de enige onderbouwing. We zitten gevangen in een technocratische wereld waarin cijfers belangrijker worden gemaakt dan verhalen.
De kunst is om een inspirerend verhaal te koppelen aan een eerlijk verhaal. We doen als landbouw niet alles goed en hoeven onszelf niet op de borst te slaan. We hebben wél een enorm krachtige agrarische sector, waarmee we een grote bijdrage kunnen leveren aan de brede welvaart van miljoenen mensen in Nederland en ver daarbuiten. Met gepaste trots kunnen we nieuwe verhalen vertellen en tot werkelijkheid brengen.
Samen aan de slag
Essentieel daarbij is dat we de samenwerking tussen overheid en agrarische sector herstellen. Om dat mogelijk te maken is verbreding van de samenwerking noodzakelijk. De landbouw wordt in aantallen mensen een steeds kleinere sector. We kunnen niet terug naar het groene front met voormannen die met de vuist op tafel slaan, en dat moeten we ook niet willen. Kom van je erf af en kijk om je heen. De wereld is veranderd.
De landbouw is de spil voor veel belangrijke opgaven. We kunnen alleen met elkaar circulair werken als we landbouwbodems benutten om nutriënten te recyclen. We kunnen de gevolgen van klimaatverandering alleen opvangen met een grote bijdrage van het landelijk gebied. We hoeven niet terug naar de productschappen om weer uitvoeringskracht te organiseren. We gaan vooruit van productschappen naar gemeenschappen.
Inspirerende moonshots
Als (maan)schot voor de boeg zou ik willen voorstellen om Nederland de komende tien jaar in te gaan richten als één groot gemengd bedrijf, waarbij alle reststromen weer worden benut. Dus met versterking van de samenwerking tussen akkerbouw en veehouderij, met meer groene circulaire meststoffen en met schone reststromen uit de maatschappij (waaronder humane mest, bermen en gft-compost). Elke stap in de goede richting draagt bij aan meerdere maatschappelijke doelen.
Ongetwijfeld zijn er nog andere en wellicht betere moonshots te bedenken. We hoeven ons niet te beperken in ons denken, maar laten we wel wat spelregels opstellen. Goede moonshots moeten voldoen aan drie voorwaarden: ze moeten niet makkelijk zijn maar moeilijk, ze moeten bij elke stap winst opleveren, en ze moeten de maatschappij betrekken. Laten we stoppen met navelstaren. Kop d’r veur en mikken op de maan.