Belgische landbouworganisaties schrijven brief over miserabele graanoogst
Paul Carpentier van ABS geeft meer uitleg over de brief: „In het bijzonder vragen we aan de minister om bij Europa aan te dringen op de activering van de landbouwcrisisreserve voor België. De weersomstandigheden hebben niet alleen de uitzaai van de granen tot in het uiterste bemoeilijkt, ook de gewasbescherming was moeilijk tot zelfs onmogelijk. De overvloedige regenval heeft daarbij een hogere ziektedruk veroorzaakt waardoor er extra moest worden ingegrepen. Hoewel de exacte opbrengst nog niet gekend is, is het duidelijk dat er een sterke daling is van de graanoogsten, zowel in graan als in stro.”
Dalingen
Volgens de landbouworganisaties is de toestand ernstig. „Prognoses op een daling van 20 tot 30 procent ten opzichte van een gemiddeld jaar, met dalingen tot 50 procent en meer in sommige regio's”, zegt Carpentier. „De kwaliteit van graan is ook aangetast, met hectolitergewichten die vaak onder de vereiste normen liggen. Ook dit heeft economische gevolgen. De lage opbrengsten zullen de kostprijs niet dekken. Productiekosten worden niet gedekt. Ondanks een lichte daling van de productiekosten ten opzichte van 2023, blijven deze hoger dan in 2021, in een marktcontext die bovendien verzwakt is door de wereldwijde geopolitieke situatie en het conflict in Oekraïne. Hierdoor valt te vrezen dat de verkoop op veel boerderijen achter zal blijven bij de uitgaven.”
De totale graanproductie in de Europese Unie zal met 128,7 miljoen ton naar verwachting het laagste niveau in vier jaar bereiken, zo zegt Carpentier. „Volgens de uitvoeringsverordening van de Europese Commissie van 14 juli 2023 kunnen lidstaten steun uit de crisisreserve vrijmaken voor landbouwsectoren die te kampen hebben met ‘specifieke problemen die van invloed zijn op de economische levensvatbaarheid van landbouwproducenten’. Deze crisisreserve is een steunmechanisme met een jaarlijks budget van 450 miljoen euro. Deze verliezen doen zich ook voor in andere West-Europese landen, zoals Frankrijk, Duitsland en Nederland.”
Tekst: Matthias Vanheerentals
Beeld: Susan Rexwinkel