'Meer organische C en fermentatie voor bodem'

Mulder vergeleek de verzorging van de bodem met het voeren van de pens van een koe. Die koe ruikt of het voer goed voor haar is. Goed gefermenteerde kuil eet de koe vlot op, maar rotte kuil blieft ze niet. Voor het bodemleven geldt volgens Mulder ook dat rot voer slecht is. 'Waarom brengen we wel rotte mest op het land?', vraagt Mulder zich openlijk af. 'Drijfmest stinkt, want poep en urine hoort niet bij elkaar.' Bij rotting ontstaat NH3, methaan en H2S, allemaal stoffen die ook slecht voor milieu en broeikaseffect zijn.
Volgens Mulder is het van belang de bodemflora en -fauna te voeren voor betere teeltresultaten. Organische koolstof, zoals in vaste stalmest met stro, verbetert het bodemleven. Dat bodemleven verdraagt slecht de zoute meststoffen die nu domineren in de gangbare landbouw. Vaak kan het bodemleven niets met N-P-K in kunstmestvorm. 'Je voert je koeien ook geen 15-15-15. Waarom de bodem dan wel?', aldus de meststoffen- en voerproductenleverancier uit de Friese Wouden, die de bacteriën in de pens vergeleek met het bodemleven. Volgens Mulder is gefermenteerd organisch materiaal voedselrijke en energierijke bodemvoeding. 'Voor planten zijn dat snoepjes, zo lekker vinden ze dat.'
Mest leeft
Bij de bijeenkomst in Zuidbroek waren vrijdag 80 telers aanwezig, meest akkerbouwers. Ze luisterden naar basisuitleg over bodemsamenstelling en -structuur door oud-docent Ariën Baken en over zelf waarnemingen doen aan bodemprofiel en gewas door landbouwvoorlichter Peter Brul. Piet Derikx van het Wageningse instituut Rikilt gaf uitleg hoe dit instituut mest kan onderzoeken op authenticiteit (komt het echt van koe, kip of varken) en samenstelling. Mest leeft volgens de mestdeskundige. 'Iedere bacterie die we bij naam kennen zit in mest', aldus Derikx. Daarom ziet de Wageningse mestman niet direct voordeel in wondermiddeltjes en mestverbeteraars.
Bij de bijeenkomst waren deelnemers aan het project Bodem in Balans en andere belangstellenden. De meeste boeren vonden de bijeenkomst interessant, maar enkelen hadden ook gehoopt op praktische antwoorden om hun bodems fysisch, chemisch of biologisch te verbeteren. Belangrijke conclusies van de lezinghouders en organisator Harm de Vries van RingAdvies waren dat per bedrijf oplossingen op maat het beste werken en dat uit het onderzoek bij PPO Valthermond en de vele kleine proeven bij telers die meededen meestal geen verschillen komen of die verschillen niet significant zijn.

Tekst: Jorg Tönjes
Beeld: Jorg Tönjes