Pootgoedteler wil Nederlands systeem houden

In de praktijk komt de keuze van de pootgoedtelers erop neer dat de Europese klasse-aanduidingen gevolgd worden. Europa hanteert soepeler minimumnormen. In dat laatste willen de NAK en de telers liever niet mee. Het NAK-certificaat blijft daarmee een onderscheidend keurmerk verwachten zij.
In het nieuwe systeem zijn maximaal negen generaties pootgoed mogelijk, tegenover theoretisch tien voorheen. Het noteren van het generatienummer mag maar hoeft niet. Telers vragen bij alle NAK-vergaderingen of door het vermelden van een generatie niet een klasse binnen een klasse-aanduiding kan ontstaan of dat afnemers die generatieaanduiding niet gaan eisen. Tussen kwaliteit en generatie zit geen direct verband.
Europees pootgoed komt uit Nederland, België, Duitsland, Frankrijk, Denemarken, Schotland en Ierland. Volgens Henk van der Haar van de afdeling keuringszaken van de NAK is het voordeel van deelnemen aan de Europese harmonisatie dat Nederland zelf als belangrijkste pootgoedland ook aan tafel zit bij verdere gesprekken over de regels rond uitgangsmateriaal.

Tekst: Jorg Tönjes
Beeld: Jorg Tönjes