‘2024: na maanden nattigheid alles nodig voor herstel van de bodem’
Dit voorjaar vroeg TopBodem alle kennispartners hoe het verder moest met de door de late oogst en natte herfst beschadigde bodemstructuur. Die vraag is nog steeds actueel. Volgens onderzoeker water en bodem Ardy Saarloos van WUR komt dat door de aanhoudende nattigheid: „In 2023 was alles lastig en laat en het hield na half oktober niet op met regenen. Het gevolg was dat het nog lang duurde voor de bodem bewerkbaar werd.”
Telers wachtten eerst op verbetering en verloren uiteindelijk ook hun geduld. Bodemadviseur Rens de Bruijckere van Van Iperen constateert dat de telers wachtten tot de grond bekwaam leek, maar dat deze toen ondergronds nog niet toe was aan bewerking en zaai. Daarom is herstel nog steeds van belang.
Geert Elzes van Vandinter Semo merkt dat de vraag naar groenbemesters heel hoog is. „Herstel is hard nodig en ik denk dat telers alles moeten gebruiken om dat te bewerkstelligen”, zegt hij.
Najaar
Elzes denkt dat het late seizoen – aardappelen en andere gewassen komen in 2024 zelden op tijd van het land – niet moet beletten om met groenbemesters aan herstel te werken. „Zomers zijn de afgelopen jaren later, maar de bodem blijft tegenwoordig in de herfst ook langer warm. Dan kan je met je groenbemesters gebruik maken van dat langere groeiseizoen voor structuurherstel.”
Volgens teeltadviseur Luuk Heling van HLB is het zaaien van groenbemesters erg belangrijk. „De keuzes die je daarin maakt hangen wel af van de grondsoort en de mogelijke aanwezigheid van bodemplagen. Zandgronden zijn vaak gevoeliger voor aaltjes.” Heling merkte dit jaar dat aaltjesschade dankzij groeizaam weer meeviel. „Er was wel meer schade door trichodoriden. Telers hebben daarom meer gewisseld van perceel. Vaak kwamen ze daardoor redelijk uit.”
Bonenvlieg
Een plaaginsect dat voordeel had van het nattere en koudere voorjaar was de bonenvlieg. Die richtte in uien in het noordoosten meer schade aan dan gebruikelijk. Bodemherstel met groenbemesters is een goede keuze, maar om de bonenvlieg wat te weren is het volgens Heling beter om tijdelijk geen schuilplaats te bieden in de overgang van winter naar de zaaiperiode in het voorjaar. Groenbemesters die gevoelig zijn voor de kou in de winter kunnen dan wat voordelen hebben. Heling raadt telers aan in het najaar te monsteren op bodemaaltjes en met hun adviseurs te overleggen hoe ze de stap van 2024 naar 2025 zo goed mogelijk maken, met oog voor bodemherstel en een gezonde volgende teelt.
Tekst: Jorg Tönjes
Beeld: Jorg Tönjes