Chitwoodi-beleid op de schop
In het plan wordt onder meer gekeken naar de mogelijkheden op het gebied van rassenkeuze. „Het ene ras is gevoeliger dan het andere”, zegt Frans Janssen van de NVWA. Door meer vroege rassen te telen, kun je vroeger oogsten en is er dus minder tijd voor de aaltjes om zich te vermeerderen.
Ook de keuzes in het bouwplan kunnen bepalend zijn. Belangrijk is om op een slimme manier het bouwplan in te vullen. Zo weinig mogelijk waardplanten telen, is misschien wel nummer 1, maar dat is een lastige kwestie, zegt Janssen. „Veel belangrijke akkerbouwgewassen zijn waardplant voor chitwoodi.”
Mengsels van groenbemesters zijn gevaarlijk
Daarnaast is het zaaien van chitwoodi-resistente groenbemesters belangrijk. Bladrammenas is daar een goed voorbeeld van. Mengsels van groenbemesters zijn gevaarlijk, stelt Janssen. „Dit is een drama. Uit fytosanitair oogpunt moet je juist heel zuiver telen, je moet exact weten wat de groenbemester als voorvrucht doet.”
Benieuwd of uw bouwplan ‘chitwoodi-proof’ is? Bekijk dan hier het aaltjeswaardplantschema
Lees het uitgebreide achtergrondartikel over Chitwoodi in het vakblad Akker dat zaterdag 21 maart verschijnt