Pootgoedexport sterk op verre bestemmingen

De export van Nederlandspootgoed zit voor Europa per eind februari op 78 procent van het vorige seizoen. Zuid-Europese bestemmingen als Italië, Spanje, Portugal en Griekenland blijven allemaal enige duizenden tonnen achter op vorig seizoen. Oorzaak is volgens marktkenners een combinatie van lage consumptieprijzen en een crisiseffect.
Ook de Midden-Europese bestemmingen zijn voorzichtiger met bestellen in vergelijking met voorjaar 2014. Dat jaar was het voorjaar bijzonder vroeg. Frankrijk, Duitsland, België en het Verenigd Koninkrijk zijn tot 28 februari allemaal enige duizenden tonnen achter op het voorgaande jaar.
Overzeese klanten
Afnemers uit verre bestemmingen zijn beter aan de markt. Azië kocht tot eind februari 13.000 ton meer Nederlands pootgoed en Afrika was goed voor bijna 17.000 ton meer. Cuba nam met 7.100 ton Nederlandse poters ongeveer 2.500 ton meer af dan vorig jaar en trok daarmee de export naar de Amerika's op.
Buiten Europa zette de Nederlandse pootgoedsector 324.000 ton product af, in Europa 187.000. De totale afzet van 511.000 ton loopt in de pas met het gemiddelde van de afgelopen 5 jaren. Vorig jaar eindigde de totale pootgoedexport (in de junicijfers) op bijna 798.000 ton, een recordafzet. Vergelijking met dat jaar is dus vergelijken met een topjaar.
Opvallende cijfers uit de export tot eind februari 2015 zijn de hoge export op Algerije van 97.500 ton, de export op Syrië van ruim 17.000 ton, wat hoger is dan vorig jaar, en de verdubbeling van de export naar Pakistan. Naar die bestemming ging tot 28 februari bijna 12.750 ton.

Tekst: Jorg Tönjes
Beeld: Jorg Tönjes