'Dit jaar opnieuw veel schade door muizenplaag'

De grootste muizenactiviteit blijkt zich op dit moment voor te doen op de percelen rondom de schadegebieden van 2014. De eerste muizen hebben al weer jongen gekregen, blijkt uit onderzoek van de provincie, in samenwerking met Wetterskip Fryslân, LTO Noord, Faunafonds, Alterra, Rabobank en Altenburg en Wymenga.
Inzicht krijgen in ontstaan plaag
Doel van het onderzoek is om meer inzicht te krijgen in het ontstaan en het verloop van de plaag. De provincie verwacht dat daarmee kan worden voorkomen dat een mogelijk volgende plaag weer zo omvangrijk wordt.
In het onderzoek wordt ook gekeken naar de verschillende bestrijdingsmethoden. Uit de voorlopige resultaten blijkt dat het bevloeien van land met water geschikt is om op perceelsniveau muizen te doden en te bestrijden. Ook intensieve beweiding en de inzaai met andere gewassen lijkt effectief, meldt provincie Friesland. Deze informatie krijgen de boeren toegestuurd via een nieuwsbrief. Het is vervolgens aan de boeren zelf om te beoordelen welke methode geschikt is op hun bedrijf en welke methode ze per perceel toe kunnen en willen passen, aldus provincie Friesland.
Na de eerste snede
Boeren kunnen de maatregelen het beste uitvoeren direct na de eerste snede, is het advies. Het aantal muizen bevindt zich dan op het laagste niveau. Daarbij lijkt een combinatie van maatregelen het meest effectief. Hier zal de provincie nader onderzoek naar laten uitvoeren.
Uit literatuuronderzoek blijkt dat een muizenplaag zich niet hoeft te beperken tot één jaar. Soms beslaat een plaag meerdere jaren. Een muizenplaag stopt doordat er zogenaamde ‘stressfactoren’ optreden. Dit kan bijvoorbeeld een ziekte zijn of een zware winter. Maar ook voedselgebrek, slechte overlevingsomstandigheden als gevolg van het weer, kunnen zorg dragen voor een terugval naar normale aantallen. Al deze factoren hebben zich tot op dit moment niet voorgedaan.