ICM: onderzoek op bouwplanniveau
In het ICM-onderzoek kozen de uitvoerders voor een ruim bouwplan met een vruchtwisseling over 8 jaren. Ze bouwden Tagetes patula (Afrikaantjes) in om wortellesieaaltjes (Pratylenchus penetrans) te reduceren. Binnen ICM kiezen de onderzoekers voor meer resistenties in de groenbemesters. In Lelystad op de klei vergelijken ze een rotatie van 4 jaar met een over 8 jaar. Wesselink: „Het gaat erom waar je je tegen wilt beschermen: aaltjes of schimmels bijvoorbeeld.”
Opvallend is dat niet alleen de teeltgeschiedenis van een perceel de ziektedruk bepaalt, maar ook wat ernaast stond in het vorige jaar. „We zien dat bij bietenbladschimmels en bij Coloradokevers in aardappelen. Onkruiddruk loopt over meer jaren. Als je veel onkruid opbouwt, kan je thermisch (met branden) bestrijden. Voor tussen de ruggen werkt dat niet en heb je wat chemie nodig. Bij gebruik van ICM worden je keuzes soms anders.”
Rendement
De opbrengst bij graan of maïs blijkt overeind te blijven met ICM. Andere gewassen leveren wat in. ICM kost gemiddeld 6 procent opbrengst over het bouwplan. De kosten kunnen tot 16 procent oplopen. Die cijfers zijn voor zand en klei vergelijkbaar. Bij onkruid vormen de fijnzadige teelten de grootste uitdaging. Techniekontwikkeling, waaronder robots, zijn nodig om de mogelijkheden te laten groeien en de kosten te drukken, denken Wesselink en haar collega-onderzoekers.
De middelenreductie van 50 procent is haalbaar, nu nog een beter saldo. Met waarnemingen voeden de onderzoekers de beslissingsondersteunende software (BOS’en). ICM is een lopende ontwikkeling.
Tekst: Jorg Tönjes
Beeld: Jorg Tönjes