Telersorganisaties willen uienteelt in onderzoeksprogramma BO Akkerbouw
Uien zijn over de jaren heen een goed renderend gewas gebleken, maar de teelt kent ook uitdagingen. Aaltjes, schimmels en insecten kunnen voor flinke schade zorgen. Een effectieve aanpak wordt, door het krimpende middelenpakket, steeds lastiger. Andere belangrijke thema’s binnen de teelt zijn onkruid en de beschikbaarheid van zoet water.
Met de verplichte bijdrage over iedere geteelde hectare uien, investeren telers in kennis die nodig is voor een duurzame en renderende uienteelt. „Kennis die leidt tot praktische maatregelen waarmee akkerbouwers een toekomstbestendige uienteelt kunnen inrichten. Met ons programma Onderzoek en Innovatie voorzien we in onderzoek, innovatie en kennisverspreiding voor de sector. Het programma wordt gefinancierd met een bijdrage over iedere hectare waarop akkerbouwers aardappelen, suikerbieten en granen telen. Door uien hieraan toe te voegen leggen de grootste akkerbouwmatige teelten een stevige basis voor ons onderzoeksprogramma”, zegt André Hoogendijk, directeur BO Akkerbouw.
Verplichte bijdrage
Als de aanvraag wordt goedgekeurd, gaan uientelers vanaf 2025 meebetalen aan het onderzoek. De eerste factuur voor telers waar uien op staan volgt dan eind 2025 op basis van de Gecombineerde Opgave 2025. De verbindendverklaring zou na goedkeuring gaan gelden voor de periode tot en met eind 2027. Volgens BO Akkerbouw kan deze daarmee worden ingepast in de huidige al lopende bindendverklaring van de brancheorganisatie voor aardappelen, granen en suikerbieten.
Draagvlak
De Sectie Teelt van BO Akkerbouw, waarin LTO, NAV, NAJK en Bioplant zijn vertegenwoordigd, deed eerder een verzoek om de uienteelt op te nemen in het onderzoeksprogramma. Met de aanvraag van een verbindendverklaring wordt daar nu een gevolg aan gegeven. ‘Gezien het draagvlak in de sector en de ervaring met de lopende verbindendverklaring gaat BO Akkerbouw ervan uit dat de aanvraag bij het ministerie van LVVN succesvol zal verlopen’, aldus de brancheorganisatie. Het proces voor de aanvraag heeft een doorlooptijd van enkele maanden. BO Akkerbouw verwacht dat het ministerie ruim voor het teeltseizoen 2025 een formeel besluit zal nemen.
Beeld: Ruth van Schriek