Column: Flevoland 2.0.?
De eerste stap richting de IJsselmeerpolders werd bijna 100 jaar geleden gezet met de proefpolder in Andijk in 1926, wat meer inzicht verschafte in de bodem van de voormalige Zuiderzee. Cornelis Lely had eerder al onderzoek gedaan naar de zeebodem om te bepalen waar de beste landbouwgronden zich bevonden, en bracht de toekomstige polders in kaart. Toen werd er al rekening gehouden met inklinking van de bodem. De voorspelling is nu dat tegen de volgende eeuwwisseling de bodem met 10 tot zelfs 60 centimeter zal dalen, afhankelijk van het gebied.
Dit vraagt om de nodige aandacht van het waterschap voor de waterhuishouding in Flevoland, zowel voor de woonkernen als voor de landbouw. Ook voor de Flevolandse boeren is een goede bodemgesteldheid van groot belang. Klimaatverandering zal voor zowel boeren als het waterschap een belangrijke rol gaan spelen.
De angst voor een nat najaar was ook dit jaar voelbaar, vooral tijdens de hoofdoogst in de polders. De aardappelen zijn inmiddels grotendeels opgeslagen en de worteloogst is begonnen. Steeds vaker wordt na de oogst groenbemesting ingezaaid, wat een positief effect heeft op de bodemdiversiteit. Het zaaien van wintergranen, de suikerbietenoogst en het ploegen van de zwaardere kleigronden zorgen ervoor dat er in oktober volop werk is op het land.
Met het oog op de toekomst lijkt het mij gepast om de polders niet langer aan te duiden als ‘het nieuwe land’. Laten we alvast beginnen met de naam Flevoland 2.0.