'N-Sensor is extra paar ogen voor akkerbouwer'

Volgens Bax is de N-Sensor vooral een paar extra ogen voor hem als akkerbouwer. Hij neemt verschillen in stikstofopname en groei van de biomassa waar. „Je ziet de verschillen zo twee tot drie weken eerder dan met het blote oog. Je kunt pas wat doen met die verschillen, als je de oorzaak ervan begrijpt.” Bax gaat op de plek kijken waar het anders is. De sensor geeft informatie over de exacte plek.
Bax werkt nu vijf jaar met de Yara N-Sensor. Het geeft hem meer inzicht in de groei van zijn gewassen. „Maar niet alle problemen zijn tijdens het seizoen op te lossen”, zegt hij. Hij boert op een zeer lichte grond en probeert daarom het seizoen te beginnen met een schrale bemesting en gedurende de gewasgroei bij te mesten naar behoefte. Zo spoelt minimaal mest uit en bereikt meer stikstof de planten.
Kabel
Hoewel de stap van meten naar direct op maat bijmesten realistischer gaat worden, is dat geen praktijk. Bax was daar aanvankelijk sceptisch over, maar nu verwacht hij dat dit over enkele jaren kan. „Er loopt bij mij nog geen kabel tussen de sensor en de kunstmeststrooier.” Praktisch gaat dat ook nog moeilijk. De oorzaak van de achterblijvende groei moet direct met de bemesting te maken hebben, de software moet de goede strooikaart kunnen maken én de strooier moet variabel kunnen werken.
De tijd tussen het maken van een gewasscan en een kaart voor de boer met bruikbare gegevens wordt steeds korter. Jos Leenders van Agrifirm toont 's middags een kaart die met een drone gemaakt is op basis van beelden van de ochtend. Ook Bax heeft een kaart van een eigen perceel mee. Met kunstmeststrooien blijft Bax nog aan de veilige kant, maar hij denkt wel dat hij de gift op zijn aardappelen kan beperken met 150 kilo aan de basis en 40 later in het seizoen. Wachten op een kaart kan hij niet altijd. „Als je te laat bent met de stikstof, maak je dat niet meer goed.”

Tekst: Jorg Tönjes
Beeld: Jorg Tönjes