Meten=Weten krijgt gelijk van rechter: Friesland moet effect middelengebruik op Natura 2000-gebieden beter onderbouwen
Meten=Weten, een burgerinitiatief dat als doel heeft het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen drastisch te verminderen, vindt dat het Friese provinciebestuur moet handhaven vanwege de teelt van lelies op twee percelen nabij het Drents-Friese Wold en Leggelderveld. Volgens de milieuclub kunnen de gewasbeschermingsmiddelen die gebruikt worden in de lelieteelt negatieve gevolgen hebben op beide Natura 2000-gebieden. Ook is het van mening dat Friesland een natuurvergunning op basis van de Wet natuurbescherming (Wnb) zou moeten verlenen vanwege de beoogde negatieve milieueffecten. In het vergunningstraject kan dan via een passende beoordeling duidelijk worden wat het effect is op de beschermde natuur.
De natuurorganisatie eist van de provincie dat de overtreding moet worden gestopt en dat aan de desbetreffende boer moet worden verteld dat de teelt zonder een Wnb vanaf volgend jaar verboden is.
Geen gevolgen voor natuur
Het college van Gedeputeerde Staten in Friesland is van mening dat er geen sprake is van een overtreding, omdat het een onderzoek heeft laten uitvoeren waaruit zou blijken dat negatieve gevolgen voor het Natura 2000-gebied zou zijn uitgesloten. Ook weegt het provinciebestuur mee dat het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb) geen reden ziet om in te grijpen in de toegelaten middelen. Daarnaast zet Friesland vraagtekens bij onderzoek dat Meten=Weten zelf heeft uitgevoerd: het zou te onzeker zijn om te stellen dat voor alle teelten waarbij middelen worden gebruikt, mogelijk significante negatieve effecten op Natura 2000-gebieden ontstaan.
Friesland legde daarom het handhavingsverzoek naast zich neer.
Te weinig onderbouwing
Om de handhaving af te kunnen wijzen, gebruikt Friesland als onderbouwing enkele analyserapporten van Eurofins. Hierin zijn resultaten opgenomen van de bemonstering van grondmonsters van het perceel waarop de lelies worden geteeld en op een perceel in een Natura 2000-gebied. De rechter twijfelt niet aan de resultaten van de grondmonsters, maar is wel van mening dat het voor de provincie niet voldoende is om uit te sluiten dat er geen negatieve effecten zijn. De rapporten bevatten namelijk ecologische analyse van de gevolgen en ook leggen ze geen relatie met de natuur. De enkele resultaten van een monstername brengen naar het oordeel van de rechtbank onvoldoende zekerheid dat op voorhand kan worden uitgesloten dat de lelieteelt geen significante gevolgen heeft voor het Drents-Friese Wold & Leggelderveld.
Ook het argument dat de gebruikte middelen zijn toegelaten tot Ctgb, vindt de rechter niet goed genoeg. Die is van mening dat deze onderbouwing onvoldoende informatie geeft over het feitelijk gebruik van middelen en de daadwerkelijke milieueffecten zijn op het Drents-Friese Wold en Leggelderveld. Dat Friesland het eigen onderzoek van Meten=Weten onzeker vindt, doet volgens de rechter niets af aan de taak van het college om te beoordelen of de lelieteler in overtreding is. ‘Naar het oordeel van de rechtbank is het verzoek van Meten=Weten om handhaving voldoende concreet en bevat het voldoende concrete indicaties van een overtreding.’
Nieuwe grondmonsters ook niet goed genoeg
De rechtbank is het met de provincie eens dat een paar jaar geleden onvoldoende vast stond dat het gebruik van middelen geen negatieve effecten heeft op Natura 2000.
Meten=Weten liet het daar niet bij zitten en diende voor de tweede keer een handhavingsverzoek in. Het college heeft toen Dumea AM grondmonsters laten nemen op de percelen van de lelieteler en op een bosperceel in het Drenst-Friese Wold & Leggelderveld. De monsters zijn onder andere geanalyseerd op 14 werkzame stoffen. Ook na deze analyse blijft Friesland van mening dat er geen significante gevolgen zijn voor de natuur en een natuurvergunning daarom niet nodig is.
De milieuclub voert aan dat het aanvullende onderzoek van Dumea niets af doet aan het feit dat er eerst een passende beoordeling moet plaatsvinden voordat een project toestemming krijgt. In het rapport van Dumea zou volgens Meten=Weten een te hoge detectiegrens zijn gebruikt zodat stoffen buiten beeld blijven.
De rechter blijft bij dezelfde conclusie als het rapport van Eurofins: ook in deze analyse komt niet genoeg naar voren wat de effecten zijn op de aanwezige soorten in de Natura 2000-gebieden en kan er dus niet met zekerheid worden vastgesteld dat er geen negatieve gevolgen zijn voor het Drents-Friese Wold & Leggelderveld.
Bestemmingsplan stelt geen beperkingen
Een ander argument is dat de provincie vindt dat er geen sprake is van een vergunningsplicht, omdat er sprake is van bestaand gebruik. Op grond van het bestemmingsplan was lelieteelt toegestaan op het moment van aanwijzing van het Drents-Friese Wold & Leggelderveld als referentiedatum voor de Vogelrichtlijn (24 maart 2000). Het college stelt dat, omdat het bestemmingsplan geen beperking stelt aan het agrarisch gebruik van de gronden, het gebruik van bestrijdingsmiddelen, naast het bemesten en beweiden, is toegestaan binnen de agrarische bestemming. Er is na 24 maart 2000 volgens het college geen ander planologisch regime van kracht geworden waaruit blijkt dat het gebruik van bestrijdingsmiddelen niet is toegestaan.
Meten=Weten is het daar niet mee eens, omdat sinds het in werking treden van de Habitatrichtlijn nieuwe middelen in gebruik zijn genomen en de lelieteelt plaatsvindt op verschillende percelen. Ook wijst de milieuclub naar het advies van de commissie rechtsbescherming van Drenthe. De commissie heeft daar overwogen dat, anders dan bij beweiden en bemesten, uit het planologische regime niet volgt dat het toepassen van gewasbeschermingsmiddelen planologisch is toegestaan.
De rechtbank is van mening dat het college dit standpunt niet aan de bestreden besluitvorming ten grondslag heeft gelegd. Het standpunt heeft ook niet geleid tot het nemen van een nieuw besluit. De rechtbank is bovendien van oordeel dat het college met wat in het geding is gebracht, niet heeft aangetoond dat er sprake is van voortzetting van een bestaande activiteit die al legaal plaatsvond voor de referentiedatum en om die reden niet vergunningplichtig is. Het enkele feit dat de percelen in het verleden een agrarische bestemming hadden is daarvoor in dit geval niet voldoende.
Handhaving onevenredig?
Een ander punt dat Friesland inbracht is dat, mocht er sprake zijn van een overtreding, handhaving onevenredig is. De teler heeft zelf ook een onderzoek laten uitvoeren naar het effect van zijn bedrijfsvoering op de natuur. Het college is van mening dat hij daarmee aantoont dat het effect van zijn middelengebruik op de natuur nihil of zeer minimaal is. Als de teler moet stoppen, dan zal dit zeer grote impact hebben voor hem. De lelieteelt is zo’n 70 à 80 procent van de bedrijfsvoering en de akkerbouwer is contractueel gebonden aan het gebruik van middelen. Als hij moet stoppen dan betekent dat er boetes volgen. Daarom vindt het college dat handhaving onredelijk is en daarvan moet worden afgezien.
De rechter gaat hier niet in mee en vindt dat Friesland onvoldoende inzichtelijk heeft gemaakt waarom het meer gewicht toekent aan de bedrijfsbelangen van de teler dan het algemene belang dan het belang van de natuur. De rechtbank overweegt dat het college toelicht wat de gevolgen zijn voor (de bedrijfsvoering van) derde en er daarbij van uit gaat dat de bedrijfsvoering voor derde praktisch onmogelijk wordt. Dit is echter niet concreet onderbouwd, bijvoorbeeld met stukken. Naar het oordeel van de rechtbank heeft het college het standpunt dat het beëindigen van de bedrijfsvoering hooguit een zeer minimale invloed zal hebben op eventuele effecten van bestrijdingsmiddelen op het Natura 2000-gebied, niet voldoende onderbouwd.
Friesland moet zich door deze uitspraak opnieuw buigen over het handhavingsverzoek. Of er nu al sprake moet zijn van een vergunningplicht, valt nog niet te zeggen. Als zeker is dat een project geen significante gevolgen voor het Drents-Friese Wold & Leggelderveld heeft, dan kan op basis van een voortoets gezegd worden dat er geen vergunning nodig is. Hier moet Friesland de komende periode naar kijken.
Reacties
Meten=Weten ziet de uitspraak van de rechter als een steun in de rug. Het burgerinitiatief roept de overheid op om per direct een verbod in te stellen op de meest vluchtige middelen.
Ecoloog Henk Baptist: „Het grootste probleem zijn de vluchtige stoffen, waarvan we weten dat ze zich gemakkelijk verplaatsen, tot afstanden van kilometers. Meten=Weten roept de overheid op per direct een verbod in te stellen op deze stoffen. Dat er moet worden ingegrepen is duidelijk: het gaat ontstellend slecht met de natuur in Nederland.”
Volgens Meten=Weten heeft deze uitspraak grote gevolgen: „De overheid staat nu voor een groot probleem. In de uitspraak van 24 oktober stelt de rechter dat het gebruik van bestrijdingsmiddelen eigenlijk niet is toegestaan zonder geschikte ecologische toetsing. Met wetenschappelijke zekerheid moet worden uitgesloten dat er negatieve effecten op Natura 2000 kunnen optreden. Het ontbreekt echter aan wetenschappelijke kennis om dit te bepalen, waardoor ecologische toetsing op korte termijn onmogelijk is. Door de uitspraak is het gebruik van bestrijdingsmiddelen over heel Nederland in feite illegaal.”
Provincie Friesland
Provincie Friesland kon vrijdagmiddag nog niet inhoudelijk reageren. Het college van Gedeputeerde Staten wil eerst de uitspraak bestuderen, zo laat een woordvoerder weten. „Wij hebben kennisgenomen van de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland en zijn ons aan het beraden op de uitkomst van deze zaak en wat dit voor ons als provincie betekent. Al langer wordt er binnen de provincie gewerkt aan de uitvoering van de in de staten aangenomen motie 'afbouw pesticiden' waarin breed en in samenwerking met de betrokken beleidsterreinen gekeken wordt naar mogelijkheden om de het gebruik van pesticiden in de provincie terug te dringen."
Tekst: Bas Lageschaar
Bas Lageschaar groeide op tussen de weilanden in de Achterhoek. Daardoor had hij altijd al belangstelling voor de agrarische sector. Voor Agrio zit hij in de redactie politiek en beleid. Bas volgt het laatste (regionale) nieuws op de voet en schrijft voor de regionale websites en verschillende printuitgaven.
Beeld: Susan Rexwinkel
Bron: Rechtspraak.nl