Ergernis en schade door obstakels op de weg
Bert Roosjen van werktuigencoöperatie Weco de Hondsrug was onaangenaam verrast toen de reconstructie van de weg door het Drentse dorp Borger dit voorjaar klaar was. Weliswaar is de weg nog net zo breed als voorheen ─ de gescheiden rijbanen hebben een breedte van 3,20 meter ─ maar nu liggen er opstaande betonbanden langs, die bij de bushaltes zelfs 40 cm hoog zijn. Dat gaat onherroepelijk schade geven aan machines, voorziet Roosjen. Vooral met de grote oogst- en mestapparatuur komen chauffeurs in de problemen.
Middelvinger opgestoken
Ik vind het heel jammer dat er geen rekening met ons is gehouden, want wij worden er wel op aangekeken. Als de weg iets breder was gemaakt, was er niks aan de hand geweest. Nu krijgen wij de middelvinger opgestoken en zitten we bovendien straks met de brokken.”
De situatie in Borger is geen uitzondering. In heel Nederland lopen boeren en loonwerkers tegen soortgelijke problemen aan. Vaak gaat het om maatregelen die erop gericht zijn om de snelheid eruit te halen, waarbij obstakels worden aangebracht. Maar ook overhangende takken of lantaarnpalen die te dicht bij de weg staan, leveren gevaarlijke situaties op. En in sommige gevallen zijn grote combinaties niet meer welkom en worden ze actief geweerd.
Geen sprake van onwil
Hoe groot het probleem voor het landbouwverkeer precies is, valt moeilijk te zeggen, volgens Herman van Ham, dossierhouder landbouwverkeer namens LTO Nederland. De ervaring leert dat de meeste kwesties op lokaal niveau, in onderling overleg worden opgelost. Meestal is er namelijk geen sprake van onwil vanuit de wegbeheerder, maar is er simpelweg niet goed over de praktische gevolgen voor het landbouwverkeer nagedacht. Van al het verkeer is nu eenmaal 99 procent smaller dan 2,5 meter. Reacties vanuit de landbouw worden juist op prijs gesteld.
Lees het volledige artikel in het vakblad Akker dat zaterdag 15 augustus verschijnt