Mengteelt suikerbieten remt bladschimmelspreiding
Gewasdiversiteit kent meerdere vormen, zoals strokenteelt en mengteelt. Op Rusthoeve wordt naar al deze vormen onderzoek gedaan. Een bijzondere variant is mengteelt van suikerbieten, waarbij twee rassen worden gemengd. De proef werd uitgevoerd in 2023 en 2024; vooral het laatste jaar leverde interessante resultaten op.
Onderzoeker Anneleen Riemens vertelt: „We kozen hier voor twee rassen. Het ene ras (Jemina) heeft volgens de Rassenlijst een sterke bladgezondheid, dus betere weerstand tegen bladschimmels, maar een wat mindere opbrengst. Het andere ras (Jewel) heeft een zwakkere bladgezondheid, maar hogere opbrengst. We hebben deze rassen op een perceel gezaaid, in rijen om en om. Dus in de ene rij ras A, de volgende rij ras B, dan weer ras A, enzovoorts. Op hetzelfde perceel zijn ook stroken gezaaid met een ras (Tessilia) dat gemiddeld scoort qua bladgezondheid en opbrengst.”
Hoge schimmeldruk
Riemens legt uit wat de gedachte hierachter is: „Het gaat om een principe dat vergelijkbaar is met het principe van strokenteelt: kunnen de rijen met het sterkere ras qua bladgezondheid de verspreiding van een aantasting met bladschimmel afremmen?”
In 2023, het eerste proefjaar, was de schimmeldruk laag. „Zo laag, dat we geen effecten konden waarnemen. Maar in 2024 was de schimmeldruk wel hoog, en toen zagen we een duidelijk effect. In het perceel met de gemengde rassen verspreidde de schimmel zich minder sterk dan in de percelen met één ras. Bij een hoge schimmeldruk lijkt het principe dus te werken.”
Bedrijfseconomisch doorrekenen
Riemens merkt op dat het na twee proefseizoenen, waarvan één met een waarneembaar resultaat, nog te vroeg is om conclusies te trekken. „Het enige wat we zien, is dat het principe kan werken. Maar voor een gegronde conclusie moet je dit onderzoek over meer seizoenen doen, en moet je het ook bedrijfseconomisch gaan doorrekenen. Hoeveel opbrengstderving voorkom je hiermee? Bespaar je op het aantal bespuitingen? Veranderen je kosten wat betreft ingekocht zaaizaad?”
Overigens was het zaaien niet al te ingewikkeld. „Onze loonwerker heeft een zaaimachine met zes bakken. Die werden om en om gevuld met de twee verschillende rassen.”
Ook voor andere teelten
Riemens merkt op: „Er komen in hoog tempo nieuwe rassen bij binnen de suikerbieten. Het zou natuurlijk kunnen zijn dat er rassen komen die én een sterke bladgezondheid hebben én een hoge opbrengst. In zo’n geval wordt een teeltwijze als deze minder relevant. Maar hoe de rassen zich de komende jaren gaan ontwikkelen, is niet te voorspellen. Bovendien zou dit principe van mengteelt ook interessant kunnen zijn voor andere teelten, waarin bijvoorbeeld schimmels zich vanuit een brandhaard verspreiden.”
Rusthoeve vindt de resultaten interessant genoeg om een vervolg te willen geven aan dit onderzoek, aldus Riemens. „Er ligt inmiddels een projectvoorstel en er is een aanvraag ingediend.”
Het onderzoeksproject rond gewasdiversiteit op Rusthoeve heet: ‘Op weg naar meer biodiversiteit door gewasdiversiteit in Zeeland’. Partners in het project, naast Rusthoeve, zijn Delphy, ZAJK, Stichting Het Zeeuws Landschap, ZMf en DLV Advies. Het is een POP3-project, dat mede wordt gefinancierd door provincie Zeeland.