Ctgb toetst vanaf volgend jaar ook op stapeling van stoffen
Op het moment toetst het Ctgb enkel individuele gewasbeschermingsmiddelen op hun effecten op gezondheid en milieu. Maar in de samenleving, en bij partijen in de Tweede Kamer, heersen zorgen dat het effect van verschillende stoffen, die ieder op zich als veilig zijn beoordeeld, bij elkaar toch negatieve effecten kunnen hebben. Omdat mens en milieu worden blootgesteld aan stoffen uit verschillende bronnen, bestaat dat risico.
Onder andere Harm Holman (NSC) zei in een debat over gewasbeschermingsmiddelen dat hij zich zorgen maakt over de effecten van verschillende stoffen bij elkaar. „We tonen aan wat de residuen van één middel doen”, stelde hij. „Maar als je er tien hebt, gaat dat een versterkend effect hebben. En als je er dan ook nog twintig hebt van PFAS, en nog eens twintig van auto’s, verontreiniging en industrie, dan heb je vijftig keer een klein beetje. Dat zou wel eens veel meer effect kunnen hebben dan je met elkaar denkt.”
Minister Wiersma beaamde dat. Zij kondigde aan dat het Ctgb vanaf volgend jaar middelen daarom ook zal gaan toetsen op hun effecten in cumulatie met andere middelen. Het toetsingskader daarvoor wordt ontwikkeld en zal naar verwachting volgend jaar klaar zijn.
Minder middelen
Ondertussen maken Kamerleden zich ook zorgen over de teruglopende ‘medicijnkast’. André Flach (SGP) maakte zich zorgen over het voortbestaan van de groente- en fruitteelt als het aantal toegestane middelen steeds verder afneemt. Voor de uienteelt zijn er nog maar twee werkbare stoffen toegelaten, zei hij. Hij vroeg de minister daarom om middelen niet van de markt te halen zolang er nog geen alternatieven zijn.
De minister wilde daar niet aan. „Als een middel volgens het Ctgb niet veilig kan worden toegepast, moet dat niet meer worden gebruikt”, zei ze. „Dan moeten we niet wachten op nieuwe middelen.” Wel wil ze maximaal inzetten in Nederland en in de EU, om die nieuwe middelen sneller op de markt te krijgen. En dat gaat verder dan middelen, zei ze: ook het sneller ontwikkelen van weerbare rassen met Crispr-Cas of het gebruik van precisietechnieken zoals drones om ziektes sneller te detecteren, vallen daar volgens haar onder.