´Meer pompen helpt niet bij klimaatverandering´

Bij hevige najaarsbuien is het de afgelopen jaren vaker voorgekomen dat hele grote hoeveelheden regen in een uur vielen. Struik refereerde aan eind augustus 2015 en midden oktober 2013. „De 12 procent noodbemaling extra is onvoldoende om schade bij akkerbouwers te voorkomen”, zegt Struik. Hij geeft als voorbeeld 70 millimeter regen die viel, terwijl de maalcapaciteit in het gebied maar een halve millimeter per uur is. De pompen moeten dagen werken om het water weg te werken. Waterberging in landbouwgebieden is daarom een belangrijk actiepunt voor de toekomst, denkt hij.
De bodem kan ook meer water bergen als de organische stof op een hoger peil ligt. „Iedere procent meer organische stof is 4 procent meer waterbergend vermogen”, zegt Struik. Er valt tegenwoordig 150 millimeter meer regen per jaar in Nederland dan een eeuw geleden. „Het meeste valt aan het eind van het groeiseizoen.” De schade kan daarom hoog zijn zonder maatregelen, denkt Struik en het bemoeilijkt voor boeren het binnenhalen van de oogst.
Voorspellen
Met noodpompen gaat het waterschap wel plaatselijk de problemen te lijf. „Met radar kunnen we beter voorspellen waar het vallen gaat en de noodpompen op de goede plek brengen.” Boeren kunnen met bodembeheer, drainage, waterberging, bol leggen van percelen en verzekeren rekening houden met het moeilijker klimaatscenario, zegt Struik.

Tekst: Jorg Tönjes
Beeld: Ellen Meinen