20 procent meer energie van windmolens

Vorig jaar is 13 miljard kilowattuur elektriciteit geproduceerd uit hernieuwbare bronnen. Dit komt overeen met ongeveer 11 procent van het totale verbruik van elektriciteit in Nederland, een procentpunt meer dan vorig jaar.
Waterkracht en zonnepanelen
Niet alleen de energieproductie door windmolens nam vorig jaar toe. Ook kwam er meer energie voort uit waterkracht en met name zonnepanelen, al bleef deze bijdrage volgens de CBS-cijfers bescheiden. De productie van elektriciteit uit biomassa bleef nagenoeg gelijk.
Windmolens produceerden in 2015 in totaal bijna 7 miljard kilowattuur elektriciteit, circa 20 procent meer dan in het jaar daarvoor. De molens op zee werden hierin steeds belangrijker, maar ook op land nam de productie sterk toe. De toename in 2015 is volgens het CBS vooral toe te schrijven aan de groei van de capaciteit die uitkwam op 3.400 megawatt. Op land is de capaciteit met 380 megawatt gegroeid naar 3.000 megawatt; op zee met 130 megawatt naar 360 megawatt. De energieproductie op zee lag jarenlang op het zelfde niveau, maar in 2015 nam deze productie weer toe.
Duitsland koploper bij windenergie
Volgens de Europese Windenergie Associatie (EWEA) is de totale capaciteit van windmolens in de Europese Unie tussen 2014 en 2015 opgelopen van 129 naar 142 gigawatt. Koploper hierin in Duitsland met een aandeel van 32 procent, tweede is Spanje met 16 procent. Nederland staat met ruim 2 procent van de capaciteit van de Europese windmolens op de tiende plaats.
Gekeken naar het opgestelde vermogen per inwoner steekt Denemarken met 0,9 kilowatt per inwoner met kop en schouders boven alle andere landen uit. Daarna volgen Zweden, Duitsland, Ierland, Spanje en Portugal, elk goed voor 0,5 tot 0,6 kilowatt per inwoner. Nederland staat met 0,2 kilowatt per inwoner op de elfde plaats.