'Toekomst voor rode wortel en Flakkee gekruisd met Berlikummer'

Bruin gaf de bezoekers van de Peendag uitleg over de ontwikkelingen in de afzet van peen en hoe de veredeling zich daar op richt. „De teler wil het liefst opbrengst en resistenties. Wij krijgen vragen uit alle kanalen: telers, verwerkers, handel, retail en consumenten.” De vragen uit de markt zijn afhankelijk van de bestemming. Volgens Bruin is er verder interesse in inhoudsstoffen. Afnemers willen de peen verwerken in sallades, in sappen en in poeders.
De wortel is populair, maar wordt laag betaald. „Het is één van de meest verkochte groentes, maar de opbrengst in de supermarkt is laag. Je ziet wel dat er meer onder speciale labels verkocht wordt. Ze kunnen in de groentebox terecht komen en zelfs misvormde groenten krijgen een speciaal label. Oranje, wit en geel zijn kleuren. Op de markt voor kleur gaat het nu richting de rode wortel.”
Speciale wensen
De afnemers die wortels verwerken in hun producten letten op eigenschappen die hun product beter of mooier maken. Volgens Bruin wil de snijderij een peen met een mooie interne kleur en de drogerij heeft meer aan wortels met een hoog drogestofgehalte. „Daarom combineren we in de veredeling de Flakkeese wortel met de Berlikumer. De Flakkeese wortel heeft het hoge drogestofgehalte en de Berlikumer de goede maat.”
De Nederlandse teler teelt voor 80 procent voor de exportmarkt. Van de productie is 70 procent voor de vrije markt. Bruin: „Je kunt als teler niet alles doen. Teel daarom waar je je goed bij voelt. Belangrijk is dat andere kanalen het oppakken en meewerken aan de afzet.”
Het product moet heel goed zijn om de afzet tot een succes te maken. Bruin geeft daarbij de snackpeen als voorbeeld: „Het product moet zo goed zijn dat het de consument aanzet tot een herhalingsaankoop.”

Tekst: Jorg Tönjes
Beeld: Jorg Tönjes