Intern salderen vergunningsplichtig door uitspraak Raad van State
Met intern salderen kan een veehouder zijn bedrijf binnen de huidige vergunning wijzigen. Als er bij een uitbreiding een emissiearme staltechniek is geïnstalleerd en de stikstofdepositie hetzelfde bleef of afnam, dan kon dat met intern salderen. Omdat de stikstofruimte binnen een vergunning kon worden weggestreept, was er geen nieuwe aanvraag nodig.
Dat verandert nu door de uitspraak van de Raad van State. Uit arresten van het Europese Hof van Justitie en uit uitspraken van verschillende rechtbanken blijkt volgens de hoogste bestuursrechter dat er wel moet worden gekeken naar of er significante gevolgen zijn voor beschermde natuur.
De uitspraak van vandaag houdt in dat de voorwaarden voor intern en extern salderen gelijk zijn getrokken. In beide gevallen is een passende beoordeling nodig bij een aanvraag van een natuurvergunning, waarmee kan worden aangetoond of er negatieve effecten zijn voor Natura 2000 of niet.
Latente ruimte
Intern salderen is nog steeds mogelijk, maar daarvoor gelden strengere regels. Om te beoordelen hoeveel stikstof er mag worden weggestreept, is inzicht nodig in wat op basis van de oude natuurvergunning of milieutoestemming was toegestaan, de zogenoemde referentiesituatie. Daarvoor geldt dat wat er op grond van een natuurvergunning aanwezig is of had mogen zijn, dat als de referentiesituatie wordt aangemerkt.
Soms is er geen natuurvergunning nodig, maar alleen een toestemming op grond van milieuregels. Daarbij mag bij het bepalen van de referentiesituatie alleen worden uitgegaan van de gevolgen van activiteiten die zijn vergund en feitelijk aanwezig zijn. Latente ruimte maakt dus bij een milieutoestemming geen deel meer uit van de toestemming.
Dit is een verschil met intern salderen met een natuurvergunning en betekent dat de mogelijkheden voor intern salderen met een milieutoestemming beperkter zijn. Dit geldt ook voor extern salderen met een milieutoestemming van een gestopt bedrijf.
Provincies kunnen beleid maken
Omdat intern salderen, net als extern salderen, op grond van het nieuwe beoordelingskader veelal zal leiden tot de verplichting om een natuurvergunning aan te vragen, wordt het voor provincies mogelijk om beleid te voeren over de mogelijkheden voor intern salderen. Dit gebeurt nu ook al bij extern salderen, door bijvoorbeeld de omvang van de referentiesituatie te beperken.
De rechtspraakwijziging is direct van toepassing op lopende en toekomstige vergunningsprocedures. Dat betekent dat overheden het nieuwe beoordelingskader direct moeten toepassen. Ook de Afdeling bestuursrechtspraak zal in nog lopende rechtszaken het nieuwe beoordelingskader toepassen.
Uitspraak geldt ook voor bedrijven die al intern hebben gesaldeerd
De uitspraak heeft ook gevolgen voor bedrijven die tussen 1 januari 2020 en 1 januari 2025 intern hebben gesaldeerd en waarvoor op grond van het oude beoordelingskader over intern salderen geen natuurvergunning nodig was. Hun activiteiten zijn onder het nieuwe beoordelingskader mogelijk wel vergunningplichtig.
Overgangsperiode
Uit het oogpunt van rechtszekerheid ziet de Afdeling bestuursrechtspraak aanleiding om voor activiteiten die fysiek zijn gestart tussen 1 januari 2020 en 1 januari 2025 een overgangsperiode te hanteren tot 1 januari 2030. In deze periode kunnen provincies niet handhaven tegen bedrijven die intern hebben gesaldeerd.
Deze tijdspanne kunnen bedrijven gebruiken om te bepalen of voor het voortzetten van de activiteit een natuurvergunning nodig is, of de activiteiten aanpassen. Dit betekent volgens de RvS niet dat provincies tot 2030 helemaal niet kunnen handhaven. Zij kunnen bijvoorbeeld maatwerkvoorschriften stellen als dat nodig is om te voorkomen dat een Natura 2000-gebied verslechtert.
Nieuwe beslissing
In de zaken van Rendac en de Amercentrale moet Brabant een nieuwe beslissing over de verleende natuurvergunning nemen, waarbij voor beide projecten moet worden beoordeeld of deze significante gevolgen hebben voor de nabijgelegen Natura 2000-gebieden. Als significante effecten niet kunnen worden uitgesloten, moet een passende beoordeling worden gemaakt.
Het Brabantse provinciebestuur heeft aan beide bedrijven op basis van intern salderen een natuurvergunning verleend, omdat het van mening is dat de stisktofdepositie niet toe zou nemen. Daar kwam bezwaar tegen. De Brabantse Milieufederatie kwam in verweer tegen de vergunning van de Rendac, Johan Vollenbroek van Mobilisation for the Environment en Vereniging Leefmilieu tekenden bezwaar aan tegen de verleende natuurvergunning van de Amercentrale.
Tekst: Bas Lageschaar
Bas Lageschaar groeide op tussen de weilanden in de Achterhoek. Daardoor had hij altijd al belangstelling voor de agrarische sector. Voor Agrio zit hij in de redactie politiek en beleid. Bas volgt het laatste (regionale) nieuws op de voet en schrijft voor de regionale websites en verschillende printuitgaven.
Beeld: Ruth van Schriek
Bron: Raad van State