Column: De zin en onzin over NV-gebieden
Veel mensen hebben het idee dat het een vorm van ‘boertje pesten’ is en zo voelt het voor mij ook wel een beetje. Laten we eerst naar de achtergronden kijken. Als agrarische sector vinden we natuurlijk dat meststoffen niet onnodig in het oppervlakte- en grondwater terecht mogen komen.
Dat is niet alleen slecht voor het milieu, maar ook zonde van de meststoffen: ze dragen niet bij aan de productie en brengen wel kosten met zich mee. Daarnaast bewaken de waterschappen in Nederland de waterkwaliteit zorgvuldig op basis van afspraken die we als maatschappij hebben gemaakt. Allemaal heel logisch én zeker belangrijk. Daarom een kanttekening: val de waterschappen niet aan, want zij kunnen hier namelijk niets aan doen.
Metingen roepen vragen op
De metingen waarop de NV-gebieden zijn gebaseerd, roepen bij mij wel vragen op. Het lijkt erop dat deze – soms verouderde – meetgegevens rechtstreeks zijn gebruikt om de gebieden aan te wijzen. Er is nauwelijks gekeken naar hoe het komt dat in sommige gebieden de gehalten hoger zijn dan in andere gebieden. Wetenschappers hebben inmiddels aangegeven dat meerdere factoren een rol spelen, zoals kwel, de opbouw van de grond en uiteraard bemesting. Ik heb nog niet voorbij zien komen dat de agrariërs in deze gebieden veel meer meststoffen gebruiken dan in andere gebieden.
Ligt je bedrijf in een NV-gebied? Dan mag je komend jaar 20 procent minder stikstof strooien zonder dat er een verklaring is waarom de gehalten hoger liggen en of deze maatregel daadwerkelijk effect zal hebben. Het voelt alsof je op de snelweg ineens maar 60 kilometer per uur mag rijden, omdat er een minimale kans is dat je over een paar kilometer een haas tegenkomt.
Denk na
Ik roep iedereen op om goed na te denken. We dragen samen de verantwoordelijkheid om zorgvuldig om te gaan met de wereld, die we graag willen doorgeven aan onze (klein)kinderen. Gebruik daarom meststoffen niet onnodig. Ik denk dat het soms wel wat minder kan, afhankelijk van de weersomstandigheden in een bepaald jaar. Aan beleidsmedewerkers wil ik meegeven: stel regels op die goed zijn onderbouwd en daadwerkelijk bijdragen aan het beschermen van het milieu. Als dat duidelijk is, ben ik ervan overtuigd dat iedere agrariër bereid is zijn steentje bij te dragen.
Ik wens iedereen komend jaar veel succes én een goede kilogramopbrengst, ook met de beperkingen in stikstofbemesting.