Associatieverdrag Oekraïne 95 procent handel
Oekraïne is een land dat qua bevolkingsomvang overeenkomt met Spanje of Polen en qua economie met Noord-Holland. Het 45 miljoen inwoners tellende land zou een ontwikkeling door kunnen maken als Polen deed sinds dat land toegang kreeg tot de Europese markt. Van Polen verdubbelde het Bruto Nationaal Product (BNP) in tien jaar tijd. De export van Nederland naar Polen verdrievoudigde in die periode.
De belangrijkste veranderingen in de handelsbetrekkingen met Oekraïne bij inwerkingtreden van het handelsverdrag zijn de verlagingen van de douanerechten. Het brengt de kosten voor wederzijdse export en import sterk naar beneden. Het verdrag stelt overigens wel grenzen aan het volume dat Oekraïne mag uitvoeren naar Europa.
Bulk
Oekraïne is beter in de productie van bulk dan van kwaliteitsproduct. In die zin zitten producenten uit Nederland en Oekraïne elkaar niet in het vaarwater. Graan en andere grondstoffen voor veevoer zijn in Oekraïne goedkoop te produceren. Het land is vruchtbaar, de lonen laag. Er staat wel een slecht ondernemersklimaat tegenover, een laagopgeleide bevolking, inadequate wetgeving rond grondeigendom en een slechte infrastructuur. Het associatieverdrag stimuleert het land mogelijk om de negatieve factoren te verbeteren.
Oekraïne heeft geen strikte regels voor productiestandaarden of dierenwelzijn. In het verdrag krijgt het land tien jaar de tijd die waarden op Europees niveau te brengen. Het gaat daarbij ook om fytosanitaire regels.
Het land zal niet snel een ingang worden voor buitenlandse bedrijven om via Oekraïne toegang te krijgen tot Europese markten. Er bestaan al meer dan twintig soortgelijke internationale verdragen, waarmee deze mogelijkheid al bestaat, bijvoorbeeld via Albanië of Turkije.
Tekst: Wim van Gruisen
Zoon van een Zuid-Limburgse pluimveehouder met eigen slachterij, geschoold als econoom. Sinds 2011 in dienst van Agrio, waar hij artikelen schrijft voor de regio- en vakbladen en de Agrio-websites. Zijn focus lag aanvankelijk op landbouweconomie, tegenwoordig vooral op de Haagse en Brusselse politiek.
Tekst: Jorg Tönjes
Beeld: Ruth van Schriek