Rummenie onderzoekt nieuw pachtstelsel met kortlopende, reguliere en duurzame pacht, en meer
Al een aantal jaar worstelen de overheid, grondbezitters en pachters met het pachtstelsel. Iedereen heeft belang bij een goed lopend stelsel, maar de belangen liggen niet altijd bij elkaar. Langlopende pacht geeft grondeigenaren weinig sturingsmogelijkheden over hun grond, en kunnen daar vaak generaties lang niet meer over beschikken. Aan de andere kant geven kortlopende overeenkomsten onzekerheid bij de pachters, die niet weten of ze na beëindiging van de huidige overeenkomst door kunnen blijven pachten. Dat belemmert hun mogelijkheden om langetermijnplannen te maken of te investeren in verduurzaming.
Na het Akkoord van Spelderholt, dat alweer uit 2015 stamt, is er weinig voortgang gemaakt met de herziening van het pachtstelsel. Deze keer gaat staatssecretaris Jean Rummenie het proberen. Hij baseert zich daarbij op een rapport dat is geschreven door vier partijen: LTO, NAJK, de bond van landpachters BLHB en de Federatie Particulier Grondbezit (FPG). Zij zijn het met elkaar eens dat toekomstbestendige agrarische bedrijven in het belang van alle partijen zijn, en dat in essentie de belangen van boeren, verpachters en financiële instellingen gelijk lopen. Ze zijn het niet helemaal eens geworden over hoe dat moet worden vormgegeven: de FPG enerzijds en de andere drie partijen anderzijds konden geen overeenstemming bereiken over duurzaam langlopende pacht en over kortlopende pacht.
Nieuwe pachtvormen
Rummenie wil op basis van de voorstellen uit het rapport de komende maanden aan een nieuw pachtstelsel werken. Daarbij worden de huidige pachtvormen omgezet in een zestal vormen. Bij de huidige reguliere pacht komt een agrarische bedrijfsmatigheidstoets, die kijkt of de grond nog wel wordt gebruikt voor agrarische activiteiten. Dit zou bijvoorbeeld moeten gebeuren wanneer de pachter de AOW-gerechtigde leeftijd bereikt.
Naast de huidige reguliere pacht komt een nieuwe reguliere pacht, die grotendeels hetzelfde is, en dus ook een bedrijfsmatigheidstoets krijgt, maar waarbij de prijs niet gekoppeld is aan de regienorm, maar vrij te bepalen, en daarna gekoppeld aan een indexering.
De geliberaliseerde pacht gaat nu kortlopende pacht heten, en gaat niet enkel voor los land, maar ook voor opstallen gelden. De pachtprijs zou tien procent lager dan de regienorm moeten zijn, om op die manier het gebruik van deze vorm te ontmoedigen.
Teeltpacht blijft ongewijzigd bestaan
De reservaatpacht gaat nu natuurpacht heten, en kan worden ingezet voor gronden met de functie natuur en grond die is ingericht voor natuur met agrarisch gebruik.
Daarnaast komt er een nieuwe pachtvorm, duurzame langlopende pacht. Die lijkt wat op de loopbaanpacht, en wordt aangegaan voor een periode van achttien jaar, en ook hier komt een agrarische bedrijfsmatigheidstoets. Na deze periode is geen sprake van continuatierecht. Daardoor komt deze pachtvorm tussen geliberaliseerde pacht, met een korte looptijd, en de reguliere pacht, die oneindig zou kunnen doorgaan.
‘Doorpakken’
De staatssecretaris geeft aan sympathiek te staan tegenover de voorstellen van de vier partijen, maar dat onderzoek en nadere uitwerking nodig is voordat dat nieuwe stelsel in werking kan treden. Eind 2025 verwacht hij een voorstel voor nieuwe pachtwetgeving te kunnen presenteren.
LTO roept Rummenie alvast op om hiermee door te pakken. „Na jaren van onderhandeling is het hoog tijd om deze noodzakelijke wijzigingen in de pachtregelgeving door te voeren”, laat de boerenbelangenbehartiger weten.