
‘Ons hele bouwplan past op een A4-tje’

Paul Krol: „Wij doen de teelt helemaal zelf. Voor het poten tot het rooien en sorteren hebben we alle machines zelf. We kunnen zelf ploegen, bemesten, poten, spuiten, rooien, sorteren. We kunnen zelfs op de vraag van de afnemers sorteren in bepaalde maten. We huren van meer dan 70 boeren in de buurt. Eigenlijk ligt 95 procent van onze percelen dan nog in een straal van 15 kilometer rondom het bedrijf.”
Gijs Krol: „We werken veel met vaste contacten, maar er zijn ook vaak nieuwe percelen bij. Dat lukt nog wel via buren. We denken dat het moeilijker wordt, maar vinden nog steeds ruim voldoende grond. We telen ons eigen pootgoed.” Paul Krol: „Zo weten we wat we hebben. Soms kopen we wat pootgoed bij of komt er wat via de fabriek. Zelf telen we de rassen Zorba, Fontane en Première.”
Gijs Krol: „Tijdens het spuiten rijdt ik veel rond en zie ik percelen. Zo weten we wat er eerder stond en wat je niet weet daar vraag je naar, als grond huurt.” Paul Krol: „We vragen naar wat voor mest gebruikt is, wat de kalktoestand is en hoe de pH is. We kunnen geen Vydate gebruiken. Dat betekent dat we beter moeten oppassen. Vaak nemen we monsters. Als er goede maïs stond durven we zo wel te poten, maar als we enigszins twijfelen nemen we monsters. Dat is in meer dan 80 procent van de gevallen. Koeienboeren waar we van huren nemen ook monsters tot maar een diepte van 10 centimeter. Dat is te weinig voor ons.”
Gijs Krol: „We hebben veel kleine percelen. Als ik op de spuit rondrijd heb ik de pootdatum erbij. Ik controleer gelijk de percelen als ik erlangs rijd.” Paul Krol: „We hebben zo veel contacten. Daarom bekijk ik alle percelen met mijn zoon en houden we alles bij wat we weten en doen. Toch staat alles van een jaar samen op één enkel A4-tje met erachter wat we gedaan hebben. Zo houden we het overzichtelijk.”