Werken aan een goed imago voor het gangbare akkerbouwproduct
Voorzitter Dirk de Lugt van de Branche Organisatie Akkerbouw (BO) stelde donderdagmiddag bij de opening van het seminar dat de burger vertrouwen heeft in de veiligheid en de kwaliteit van het Nederlandse akkerbouwproduct. „Ik heb als boer en campinghouder op Texel veel plezier aan de mensen die met belangstelling op mijn bedrijf kijken”, zegt hij. „Akkerbouwers willen de omgeving laten zien wat ze doen”, is zijn conclusie en de consument heeft dus vertrouwen en belangstelling.
Ook akkerbouwvakgroepvoorzitter Jaap van Wenum van LTO Nederland onderstreept de goede naam van de sector. „We scoren in enquêtes een 7,5 of wel een 8. Dat is een goed cijfer. Ik haalde dat vaak niet op school!” Van Wenum stelt dat de communicatie niet altijd hoeft in woorden, gezegd of geschreven. „Een akkerrand doet ook wonderen. Collegaboeren zeggen wel eens 'kweek jij onkruid met subsidie', maar de burger stopt en vindt het mooi.” Als die burger vraagt wat de akkerrand voor functie heeft, legt Van Wenum dat graag uit.
Ingewikkeld
Bij de communicatie naar de burger is hele technische uitleg vaak te moeilijk. Dat er wel honderd sensoren in een moderne combine zitten om de teelt efficiënter, meetbaar, kwalitatief beter te maken, dat zal de burger snel te moeilijk vinden. Het geven van een gezicht aan de boer helpt vooral bij de waardering van het product, zo blijkt ook uit de verhalen van telers, coöperatiemedewerkers en afnemers. Als een boer zelf vertelt aan de consument dat alles op het bedrijf in het werk gesteld wordt om een goed en vertrouwd product te maken, dan doet dat heel veel goed voor het imago van de akkerbouw en de producten daarvan.
Dat 'story telling' richting eindafnemers is volgens de sprekers van groothandel Sligro, foodservicebedrijf Sodexo en jonge akkerbouwers deel geworden van de marketing. De afnemer vraagt het of verplicht het zelfs.
Aan de zijde van de landbouw werken boeren aan slim gebruik van techniek en data in de mechanisatie. Precisielandbouwexpert Corné Kempenaar verwacht dat steeds in kleine stapjes meer gedaan gaat worden met al deze kennis. Het kan de ecologische voetafdruk van de landbouw sterk reduceren.
Contact
Akkerbouwer Jan-Reinier de Jong uit Odoorn ziet zichzelf als een boer in de categorie 'op zoek naar kennis'. Hij voelt zich goed thuis in Veldleeuwerik. Zo bezocht hij de mouterij en de brouwerij die zijn brouwgerst verwerken tot bier. Hij leert zo over de wensen van de afnemer, ook op het gebied van de teelt, want daar willen afnemers ook verantwoordelijkheid nemen.
De Jong zwengelt de discussie aan over duurzame gangbare landbouw. Hij ziet daar enorme mogelijkheden en wil graag een open podium voor wat deze telers al bereiken op dit moment. Bij hem, bij andere jonge boeren en bij de sprekers uit de handel leeft het idee dat de consument bewuster wordt van voedsel en gezondheid, maar dat er te veel negatieve verhalen door de milieulobby in de richting van de consument gaan.
Diversiteit
Eindconclusie van het symposium over het menu van de toekomst is dat de Nederlandse akkerbouw de krachtige punten als goede ligging, goede verwerkende industrie, goede grond, hoge kennisniveau van telers, sterke diversiteit, goede naam en contact met de consument moet gebruiken om steeds klaar te staan met producten die passen bij de actuele vraag.
Jaap van Wenum wijst nog op het grote belang van de bodem in alles. „Onze biodiversiteit zit daar en veel minder in de grutto die we willen beschermen. Het begint bij de Rhizobium-bacterie. We moeten meer doen als goede marketeers van ons product. Nu lijkt het wel eens te veel op dat we voer uit Zuid-Amerika halen en vlees aan Poetin willen verkopen. We kunnen beter aansluiten bij de belevingswereld van onze 'eigen' consument, ook internationaal. We maken het een goed verhaal door het aaibaarder te maken. Uit bodem en precisie is winst te halen en we moeten de verbinding leggen met de afspraken die in Parijs over klimaatverandering gemaakt zijn.”
Keimpe van der Heide van de Nederlandse Akkerbouw Vakbond (NAV) juicht het toe als boer en consument verbindingen aangaan. Het louter en alleen produceren voor een bulkmarkt tegen wereldmarktprijzen laat te weinig ruimte voor familiebedrijven om te innoveren en verduurzamen, stelt hij. De NAV'er wil daarom politieke keuzes en regelgeving die hier aan bijdragen. „Economisch en ook met een menselijke maat”, aldus Van der Heide.
Lees meer over de Week van de Akkerbouw:
Tekst: Jorg Tönjes
Beeld: Week van de Akkerbouw, Jorg Tönjes