Tweede golf sporulerende Sclerotinia in veldmonitor
„Het is het eerste jaar dat wij een dergelijke veldmonitor doen. We bootsen het proces van de ziekteontwikkeling zo na. Ik denk dat het een indicatie voor de praktijk is als we het in de monitor aantreffen. We zagen de eerste paddenstoeltjes half juni. Nu lijkt het op een tweede golf, die groter is dan toen”, aldus Bouma.
De paddenstoeltjes zijn met 5 tot 8 millimeter pas zichtbaar als je er dicht op gaat staan. De sporendragers laten de sporen los en de wind kan ze naar het gewas voeren. Behandeling van de grond kan volgens Bouma eigenlijk alleen voor het seizoen. De bestrijding van de verspreiding door voorkómen van de infectie in gevoelige gewassen als aardappelen en peen is daarom nu de aangewezen weg. Bouma raadt aan Signum in te zetten. Dat middel gebruiken telers ook tegen de eerste alternaria en het heeft een goede werking op sclerotinia blijkt uit onderzoek van Praktijkonderzoek Plant en Omgeving. Later in het seizoen kunnen telers dan met de andere alternariamiddelen doorgaan bij de bestrijding van die ziekte. Zo raken de telers de sclerotinia nu het probleem opspeelt, stelt Bouma.
Veel waardplanten
Sclerotinia is een ziekte die veel planten kan aantasten. Bouma noemt vollegrondsgroenten en aardappelen. In de peen en in mindere mate in aardappelen kan de ziekte de bewaring bemoeilijken of inslepen naar volgende cycli via pootgoed. De ziekte is bekend door de 'rattenkeutels' in de grond. Pas bij uitkomen van de sporendragers is goed te zien dat de ziekte aanwezig is. De sporendragers zijn maar een dikke week zichtbaar. De sporen dringen via de bladoksels van de aardappelplant de stengels binnen.
Tekst: Jorg Tönjes
Beeld: BASF