'Slechts 25 van 1.200 aaltjes schadelijk in gewassen'
Volgens Marije Scholte van Vandinter Semo is de celwand de eerste verdediging tegen aaltjes. Resistente gewassen, in het geval van Vandinter Semo binnen de kruisbloemige groenbemesters, voorkomen met die barrière dat aaltjes kunnen voeden op het gewas. Andere mechanismen kunnen zijn dat cellen rondom de plek waar het aaltje de plantenwortels aanboort afsterven. De inzet van deze resistenties kan bijdragen aan sterke aaltjesreductie, een belangrijk uitgangspunt voor de zaai van een gevoelig volggewas.
Scholte stelt dat de eiwitten die resistentie mogelijk maken soms bekend zijn. Genen die voor de aanmaak van deze afweereiwitten zorgen worden door de veredelaars gebruikt in nieuwe resistente groenbemesters. „Een enkel gen is meestal niet genoeg. Je hebt meerdere genen nodig om de eigenschap in het gewas te hebben.”
Volgens directeur Bert-Jan van Dinter van het naar hem genoemde bedrijf werken de veredelaars met klassieke kruisingsmethodes aan de nieuwe rassen. Ze worden wel geholpen door moderne in vitro methodes. Aaltjes worden gekweekt en gebruikt om los te laten op nieuwe kruisingen van groenbemesters die in laboratoriumomstandigheden worden gekweekt. Zo kunnen de ontwikkelaars snel meerdere cycli van selectie, besmetting en beoordeling op gevoeligheid na elkaar doen. Het vergroot het tempo van veredeling bij de aaltjesreducerende groenbemesters. Beoordeling in een doorzichtig medium is handiger dan van planten uit de grond. Bij het spoelen van de wortels kunnen de aaltjes of cysten wegspoelen.
Tekst: Jorg Tönjes
Beeld: Ellen Meinen