Biologische veredelaars nemen veredeling meer in eigen hand

Volgens Merle Koomans van den Dries van de Odin Foodcoop is het nodig dat de biologische keten zelf de veredeling oppakt. De consument kan volgens haar met de keuze voor biologische boodschappen de voorkeur aangeven, terwijl de biologische productieketen met een aanbod aan zaadvaste groenterassen moet komen.
Volgens voormalig hoogleraar Biologische Veredeling Edith Lammerts van Bueren is het van belang een stuk diversiteit in het rassenaanbod van landbouwproducten te bewaken en bewaren. De concentratie van de genetica van landbouwgewassen bij steeds grotere en slechts een klein aantal veredelingsbedrijven, maakt dat volgens haar alleen maar belangrijker. Daarbij constateert zij dat er steeds vaker patenten op planteigenschappen worden geregistreerd, wat ze een zorgwekkende situatie vindt voor de bruikbaarheid van gewassen door veredelaars.
,,Huidige model past niet meer bij biologische sector"
Lammerts van Bueren zegt dat de grondhouding van de veredelaars opschuift van partner, via participant en rentmeester naar heerser, een model dat niet past bij de biologische sector. Het verkleint de autonomie van de telers en vergroot de afhankelijkheid van wereldspelers. „Als de biosector gevrijwaard wil blijven van GMO, zal ze met plan B moeten komen: zelf de veredeling in handen nemen. We willen dat meer circulair gaan organiseren.”
Rol voor de consument
Theo Boon, eveneens aan Odin verbonden, ziet in de dit circulaire model een rol voor de consument. Die kan met de keuze voor zaadvaste biologische groenterassen aangeven dat deze belangrijk zijn en de voorkeur hebben in de consumptie. Bij de financiering van de veredeling kan de consument boodschappen doen met een soort keurmerk voor zaadvaste rassen.
Boon: „Ongeveer twintig Odin-telers doen ervaring op met deze zaadvaste rassen. Er zijn nu ongeveer vijftien tot twintig soorten beschikbaar, herkenbaar aan een logo met een oranje worteltje.” Bijzonder hieraan is dat Odin het risico dekt voor de telers van deze rassen. Zo ontstaat een model met Comunity Based Breeding. Boon vertelt dat achter het initiatief een groep meedenkende telers zit. Zelf vermeerderen van de zaden is een vak, waardoor de denktank ook een ondersteunende rol heeft in het programma. Odin belooft de komende tijd regelmatig zaken rond de voortgang van het project te zullen delen via de media en de eigen nieuwsbrieven.

Tekst: Jorg Tönjes
Beeld: Jorg Tönjes