Stelling: Rassen met verbeterde resistenties tegen phytophthora moeten we niet langer beschikbaar stellen aan biologische telers
Het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen in de gangbare en biologische aardappelteelt blijft nodig om de phytophthora-resistentie in de rassen overeind te houden. Veredelingsbedrijven zijn jaren bezig geweest om resistenties in te kruisen. Waar de gangbare landbouw nog chemie achter de hand heeft om het gewas te beschermen, is de hoop in de biologische landbouw gevestigd op meervoudige resistenties en biologische producten.
Phytophthora is een bedreiging voor alle aardappeltelers
Het afgelopen seizoen liepen biologische telers tegen een opbrengstderving van ongeveer 40 procent aan, veroorzaakt door phytophthora. Dit zet de marktpositie behoorlijk onder druk. Bovendien heeft dit ook gevolgen voor de hele sector, want een resistent ras betekent niet dat de aardappelen ontsnappen aan een besmetting. Phytophthora ontwikkelt zich snel en blijkt goed in het ontwijken van de genen. In het ergste geval betekent dit dat de aardappelsector de beschikbare resistenties verliest.
Hoe beschermen we de resistenties?
Hierbij rijst de vraag: moeten we dat wel willen? Heeft de biologische aardappelteelt wel voldoende gereedschap voorhanden om zich te wapenen tegen phytophthora? En werkt een doorbraak in resistentie niet juist het gebruik van chemie in de hand, terwijl er juist veel geld en tijd worden gestoken in onderzoek naar meervoudige resistenties? Moeten veredelaars zich niet gaan afvragen of zij hun uitgangsmateriaal nog wel beschikbaar willen stellen aan de biologische teelt, waar het wordt blootgesteld aan de risico’s?
Vraag naar biologische aardappelen groeit
Aan de andere kant groeit de vraag naar biologische aardappelen. Hoe moet deze markt worden bediend als er niet eens rassen meer beschikbaar zijn die resistenties hebben tegen phytophthora? Er moet toch ook een plek zijn voor biologische aardappelen?
Een duivels dilemma. De redactie van Akkerwijzer is daarom benieuwd naar jouw mening.
Tekst: Martin de Vries
Beeld: Agrio archief