LTO: vrijwillige AM-bemonstering op percelen Veenkoloniën
Dat stellen de LTO werkgroepen Zetmeelaardappelen en TBM na een bijeenkomst met Avebe in het Veenkoloniale gebied. Doel van deze bijeenkomst was elkaar bijpraten over de aanpak van aardappelmoeheid in het noordoosten.
Minimaal één hectare
De werkgroepen adviseren om per kavel van 5 hectare minimaal één hectare te laten bemonsteren. De monsters moeten dan wel iedere keer direct na de aardappeloogst worden genomen op steeds hetzelfde perceel. Dan heeft de teler de uitslag binnen voor de volgende aardappelteelt. Als het onderzoek aantoont dat er problemen zijn, heeft hij nog voldoende tijd om eventueel een ander ras te kiezen.
Het is niet vanzelfsprekend dat continue gebruik van hetzelfde ras op een perceel leidt tot een virulentie verhoging van de aanwezige Globodera pallida populatie, stelt LTO. Uit een eerdere analyse is volgens de werkgroepen gebleken dat ook een gevarieerde rassenkeuze net zo goed tot virulentere populaties kan leiden.
Nieuwe virulentiegroep van AM
Vorig jaar werd in Noordoost-Nederland de waarschijnlijke vondst gedaan van een nieuwe virulentiegroep van G. pallida.