Harde grond wordt vooral probleem in zuidwesten
In Flevoland viel volgens akkerbouwadviseur Laurens Persoon van Delphy 5 tot 15 millimeter. Dat was welkom en werkt beter dan beregenen met een haspel. Toch is er lang niet overal genoeg gevallen om de rooiomstandigheden te verbeteren en de adviseur schat dat nog wel 60 tot 70 procent van de consumptieaardappelen in de regio gerooid moeten worden. Persoon: „In de Noordoostpolder is op veel plekken de beregeningshaspel nog evenwel nodig.” De Delphy-adviseur zegt dat het in het zuidwesten van het land nog lastiger is: „Daar viel bijna geen regen en beregenen is door het zoute water moeilijk.”
Collega-adviseur Luc Remijn bevestigt het zuidwestelijke beeld: „Op een plekje in de kop van Schouwen na is hier bijna geen regen gevallen. Van de consumptieaardappelen zit hier nog wel 90 procent in de grond. Telers overwegen om te gaan beregenen. Daarvoor kan je zoet water aanvoeren. Als je met water uit de sloot gaat beregenen heb je hier met zout te maken. Ik reken met de telers hoeveel zout je dan op je land krijgt. Het is niet goed voor de structuur en de bewerkbaarheid van de grond, dus je doet het niet zomaar.”
Lang merkbaar
Zout uit beregening kan volgens Remijn nog vele jaren terug te zien zijn in latere aardappelteelten. De effecten waren duidelijk in percelen die vier of vijf jaar daarvoor zout beregend waren, zeker in percelen die voor een deel die behandeling kregen zag je dat verschil. Aardappelen zijn er gevoelig voor. In suikerbieten en graan zag Remijn dat effect niet terug, maar de lange tijd dat het nog opbrengstderving geeft in aardappelen dwingt boeren wel heel goed na te denken voor ze uit de sloten van Zeeland beregenen.
De vooruitzichten zijn dat het huidige droge weertype langer kan aanhouden. Remijn: „Ze zeggen dat het tot eind volgende week niet zal regenen. Het is gissen of dat zo lang gaat duren, maar het is hier dus zeker een punt van zorg.”
Persoon denkt dat een oostelijke stroming voor de Flevolandse boeren betekent dat ze zeker aan beregenen moeten denken. Van de uien ligt alles boven de grond of ze zijn al binnengereden. Bij de aardappelen vindt hij het verstandig niet zo heel lang meer te wachten. Het kan snel kouder worden of het weer slaat om naar herfstig na deze droge periode. „Gelukkig is de rooicapaciteit van de boeren de laatste jaren heel groot. Als het moet kan er in korte tijd veel gebeuren”, zegt Persoon.
Tekst: Jorg Tönjes
Beeld: Jorg Tönjes